24249 |
spreeuw |
spreeuw:
sprieuw (L316p Kaulille),
spry(3)̄w (L316p Kaulille)
|
spreeuw [ZND 43 (1943)] || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21352 |
spreken, praten |
kallen:
kallen (L316p Kaulille),
praten:
nie haard praoten (L316p Kaulille),
spreken:
he kan vlaams sprèke (L316p Kaulille),
i in ni zoals in zit
ni haard sprèken (L316p Kaulille)
|
Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] || Niet luid spreken! [ZND 30 (1939)] || praten, klappen, kallen [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
17818 |
springen |
springen:
springen (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille)
|
springen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
34055 |
springstier |
dekstier:
dɛkstēr (L316p Kaulille),
springstier:
spreŋstēr (L316p Kaulille)
|
[JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15]
I-11
|
21545 |
sprookje |
sprookje:
sprookje (L316p Kaulille),
vertelseltje:
vertelselke (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille,
L316p Kaulille)
|
hoe heet een kindervertelsel ? kent ge nog een woord sage ? (uitspraak) [ZND 42 (1943)]
III-3-1
|
21007 |
spruiten |
spruiten:
sprutən (L316p Kaulille)
|
spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)]
III-2-3
|
33637 |
spruitkool, spruitje |
spruiten:
spruj (L316p Kaulille),
sprutən (L316p Kaulille)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
17910 |
spuiten |
spritsen (<du.):
sprietse (L316p Kaulille)
|
Met kracht vloeistof door een nauwe opening persen (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
26295 |
staakijzer van de windmolen |
staalijzer:
stǭlizǝr (L316p Kaulille)
|
De rechtstaande spil in de windmolen waaraan aan de bovenzijde het rondsel of de bonkelaar is bevestigd en aan de onderzijde de klauw die in de rijn van de loper past. Zie ook afb. 64.29 en 59. Achter de plaatscode is tussen haakjes vermeld van welk materiaal het staakijzer was vervaardigd. Zie ook het lemma ɛstaakijzer van de watermolenɛ.' [N O, 14i; N O, 14o; A 42A, 14; A 42A, 15; Sche 43; A 42A, 22]
II-3
|
19567 |
staande lamp |
schemerlamp:
sxēmərla͂mp (L316p Kaulille)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|