e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkoudheid klets: ge zult een klets pakken (Kaulille), kou: ge zult n kauw pakken (Kaulille), ich hem n kau op te borst (Kaulille), valling: ge zult een valling krigen (Kaulille), ich heb n valling (Kaulille) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
verlagen afslaan: ps. omgespeld volgens Frings.  āfsloͅən (Kaulille) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verliezen verlieren: v`rleere (Kaulille, ... ), verlieren (Kaulille), verliezen: v`rleeze (Kaulille, ... ) (Vervoegingen): [Verliezen]. || Verliezen. || wij verliezen [ZND 08 (1925)] III-3-1, III-3-2
verlopen niet houden: (de koe heeft) nę gǝhawǝ (Kaulille) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
vernielen verdestrueren: verdestlewĕĕren (Kaulille) vernielen [ZND 08 (1925)] III-4-4
verschillende knikkerspelen beugelen: door een opstaand ijzeren ringetje  b"gələ (Kaulille) Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)] III-3-2
verschillende knikkerspelen: ringschieten ringetje schieten: in een kring, waarin twee knikkers worden neergelegd, om deze dan eruit te schieten  reŋskə sxētə (Kaulille) Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)] III-3-2
verschillende knikkerspelen: slang schieten slang schieten: in een slangvormige baan  slaŋ sxētə (Kaulille) Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)] III-3-2
verse koe verse koe: vǫrsǝ ku (Kaulille) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11
versierde schouderdoek stola (lat.): stōla (Kaulille, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3