e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
volk (mensen) volk: folək (Kaulille) volk [RND] III-3-1
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bē̜r (Kaulille), bīr (Kaulille) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
volwassen, volgroeid een groot mens: önne groeëte mins (Kaulille) volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwas-sen, volslagen] [N 115 (2003)] III-2-2
vonderbout bout in de lichtbalk: bǭt in dǝ lixtbalǝk (Kaulille) De bout waarmee de pasbrug scharnierend aan de ezel is bevestigd. [N O, 23j] II-3
vonk vonk: voͅŋk (Kaulille, ... ) vonk, geinster [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-2-1
voogd momber: mommer (Kaulille) voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)] III-2-2
voorbijliggen voorbijliggen: vø̄rbilɛqǝ (Kaulille) Gezegd van een gebogen kerf, wanneer deze aan de buitenkant van de steen 8 tot 10 cm voorbij haar beginpunt aan het kropgat ligt. [N O, 34i] II-3
voorhoofd voorhoofd: de aoren van het veurheut (Kaulille), veurhuèt (Kaulille) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || Een groot voorhoofd. [ZND 08 (1925)] III-1-1
voorklauw voorklauw: vø̜̄rklaw (Kaulille) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11
voorknie knie: knī (Kaulille) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9