22538 |
de mei vieren |
meien:
mèjje (L316p Kaulille)
|
Meiboom plaatsen.
III-3-2
|
34230 |
de melk inhouden |
ophouden:
ǫphawǝ (L316p Kaulille)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
34231 |
de melk laten lopen |
(de melk) laten lopen:
lǭtǝ luǝpǝ (L316p Kaulille)
|
De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70]
I-11
|
33870 |
de merrie dekken |
dekken:
dękǝn (L316p Kaulille)
|
Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b]
I-9
|
23260 |
de middag luiden |
middag luiden:
het loeit middag (L316p Kaulille)
|
De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)]
III-3-3
|
25436 |
de organen verwijderen |
fak deruithalen:
fak tǝrūt hālǝn (L316p Kaulille)
|
Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden verwijdert. Daarna haalt hij de organen (hart, lever e.d.) eruit. Zie ook het lemma ''ingewanden verwijderen''. [N 28, 87]
II-1
|
22735 |
de plank missen |
de plank niet hebben:
hij heeft de plank nie (L316p Kaulille)
|
In vele streken moet de kegelbal een in de grond bevestigde plank raken, wanneer de speler hem wegslingert; wat wordt er gezegd wanneer de speler de plank mist (b.v. de bal er over heen werpt)? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
22736 |
de plank missen add. |
op de zot spelen:
laatste woord moelijk leesbaar
hè speelt op den zot (L316p Kaulille)
|
In vele streken moet de kegelbal een in de grond bevestigde plank raken, wanneer de speler hem wegslingert; wat wordt er gezegd wanneer de speler de plank mist (b.v. de bal er over heen werpt)? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
25400 |
de poten spannen |
gelid spannen:
gǝlēt spānǝn (L316p Kaulille)
|
Bij het afhuiden van de billen en de borst brengt men de linkerpoten, evenals de rechterpoten, naar elkaar toe, waardoor de huid strak gaat staan, wat het afhuiden vergemakkelijkt. Sommige slachters binden de beide poten aan elkaar vast of houden ze met haken bijeen, zodat ze beide handen vrij hebben; andere trekken de ene poot in de richting van de andere en houden hem dan tijdens het afhuiden vast. [N 28, 53]
II-1
|
23289 |
de roepen |
eerste roep:
de ierste roop (L316p Kaulille),
roep:
roep (L316p Kaulille),
roop (L316p Kaulille)
|
Hoe noem je de afkondiging van het aanstaande huwelijk in de zondagsmis? De eerste ..., de tweede ... [ZND 41 (1943)]
III-3-3
|