e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

Gevonden: 3656

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afremmen vangen: vaŋǝ (Kaulille) De molen afremmen door middel van de vang. [N O, 13a] II-3
afromen aflaten: ā.flǭǝtǝ (Kaulille), afromen: ā.fruǝmǝn (Kaulille) De room van de melk scheppen. Men kon de room van de melk scheiden door met een houten latje de room tegen te houden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden roomschotel wegvloeide. Een andere methode was de melk overgieten of aflaten in een andere kruik of emmer, terwijl men de aan de oppervlakte gevormde room tegenhield door blazen. Een modernere manier van scheiden van room en melk gebeurde met de melkmachine of centrifuge. [A 23, 3; Lu 1, 3; JG 1a, 1b, 1d; Vld.; monogr.] I-11
afschamper kogel met vertinde kop: kōgǝl mǝ vǝrtindǝ kop (Kaulille) De kogel die niet helemaal in de kop door-dringt, of het schot dat niet lukt. [N 28, 8; monogr.] II-1
aftrekken (met de hand) plukken: pløkǝ (Kaulille) Het uit de grond trekken van konijnevoer, onkruid, e.d., zonder dat daarbij gereedschap wordt gebruikt. [N Q, 11c] I-5
aftuigen uitdoen: ū.t˱dō.n (Kaulille) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afvallen van bladeren vallen: vallen (Kaulille), vallə (Kaulille) afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] III-4-3
afwasteil, afwasbak afwasbak: āfwasbak (Kaulille), afwaskom: āfwaskoͅm (Kaulille) bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
afzeilen afzeilen: āf˲zęjlǝ (Kaulille) De zeilen afnemen. [N O, 7b; A 42A, 74] II-3
akker perceel: pǝrsiǝl (Kaulille), stuk: stø̜k (Kaulille) Met het begrip ɛakkerɛ wordt in dit lemma bedoeld een bepaald begrensd stuk akkerland of bouwland. Veel respondenten uit Belgisch Limburg beschouwen perceel als een notariswoord. De woordtypen tarweland, haverland, bietenland, korenveld en koren duiden op een stuk land waarop een bepaald gewas wordt verbouwd.' [N 27, 2a; N 11, 1b; A 11, 4; A 3, 40; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 11b; L 19b, 1a; Vld.; monogr.] I-8
akkerdistel, distel distel: distel (Kaulille) distel [ZND 01 (1922)] III-4-3