33513 |
sperziebonen |
breekboontjes:
braekbuüenkes (L318a Keent)
|
spercieeboontjes
I-7
|
19804 |
spiegel |
spiegel:
spēgəl (L318a Keent)
|
spiegel
III-2-1
|
21373 |
spijbelen |
plenken:
planken (L318a Keent)
|
wegblijven van school: Hoe noemt men heimelijk, zonder medeweten van de ouders, ---? [DC 24 (1953)]
III-3-1
|
24381 |
spinnenweb |
spinnenkop:
spinnekop (L318a Keent)
|
spinnenweb
III-4-2
|
24359 |
spitsmuis |
scheermuis:
schaermoês (L318a Keent)
|
spitsmuis
III-4-2
|
19806 |
spons |
spons:
spo.ns (L318a Keent)
|
spons
III-2-1
|
26307 |
spoorwiel |
kroonwiel:
kroonwiel (L318a Keent)
|
Het kamrad onder aan de koning dat in de rondsels of bonkelaars van de staakijzers grijpt; de kammen staan ofwel loodrecht op de wielschijf of in het verlengde ervan. Zie ook afb. 59, 63 en 64.26. In l 381b bevindt het spoorwiel zich op de steenzolder van de molen. [N O, 50i; N O, 50j; A 42A, 104, Sche 41]
II-3
|
24493 |
sporkehout |
hondshout:
loofboom, gebruikt voor klompepinnetjes
hóngshout (L318a Keent)
|
vuilboom
III-4-3
|
24248 |
spotvogel |
tekteguut:
tekteguût (L318a Keent)
|
spotvogel
III-4-1
|