e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte kwikstaart kwikstaart: kwikstert (Keent, ... ) kwikstaart || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] III-4-1
witte narcis pinksterbloem: pînksterbloome (Keent) narcis, witte III-4-3
witte waterlelie kolleblader: kolleblaar (Keent) waterlelie III-4-3
woede gift: gift (Keent) kwaadheid, woede III-1-4
woensdagx goensdag: (meervoud: goonsdige).  goonsdig (Keent), Opm. de g van goonzig wordt geleidelijk aan vervangen door de w (dus woonsdig).  goonzig (Keent), woensdag: woonsdig (Keent) woensdag III-4-4
wolfseinde wolfseinde: wǫ.lǝfs˱entj (Keent) Driehoekig dakvlak boven een afgeknotte gevel. [N F, 47c; N 4A, 23b; N 4A, 23a; monogr.] II-9
wonen houden: haoje (Keent), wonen: wuənə (Keent) nestelen, wonen van vogels || wonen III-2-1, III-4-1
wormsteek wormsteek: wôrremsteek (Keent) wormstekig fruit I-7
wortelenstamppot moerenmoes: moeëremoos (Keent), moerenpotage: moeërepetaazie (Keent) stamppot van veldwortelen (gele wortelen) en aardappelen III-2-3
worteltje hete pootjes: mv.  heitepiekes (Keent) worteltje I-7