e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afdak afdak: āf˂dāk (Keent) afdak III-2-1
afdrogen afdrogen: āf˂dry(3)̄əgə (Keent) afdrogen III-2-1
afkomst komaf: komaaf (Keent) afkomst III-2-2
afleggen van een dode afleggen: wassen en doodskleed aandoen van een lijk  aaflégke (Keent) afleggen III-2-2
afrikaantje stinkerd: stînkert (Keent) Afrikaantje (tagetes patula). De bladeren zijn samengesteld en tevens ovaal. De bloemkorfjes staan op zeer verdikte stelen. Het zijn lage plantjes, welke vaak gebruikt worden voor randen en mozaïek-perken. De bloemen zijn donkergeel, meest met bruin gekle III-2-1
afromen aflaten: āflǭtǝ (Keent) De room van de melk scheppen. Men kon de room van de melk scheiden door met een houten latje de room tegen te houden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden roomschotel wegvloeide. Een andere methode was de melk overgieten of aflaten in een andere kruik of emmer, terwijl men de aan de oppervlakte gevormde room tegenhield door blazen. Een modernere manier van scheiden van room en melk gebeurde met de melkmachine of centrifuge. [A 23, 3; Lu 1, 3; JG 1a, 1b, 1d; Vld.; monogr.] I-11
afvallen van bladeren ruzelen: ruûzele (Keent) afvallen v bladeren enz. III-4-3
afwasborstel siemesop: sī.məsoͅp (Keent), sopsieme: soͅpsī.mə (Keent) afwasborstel III-2-1
akkerboterbloem boterbloem: boeëterbloom (Keent) boterbloem III-4-3
akkerwinde boekweitwinde: boomstamuiteinde  bógkeswîntj (Keent) akkerwinde III-4-3