17967 |
(met) het hoofd stoten |
knotsen:
knoetse (Q255p Kelmis),
koppen:
köppe (Q255p Kelmis)
|
stoten: het hoofd stoten (kinderwoord) [boetse, zijn eige boetse] [N 10 (1961)] || stoten: met het hoofd stoten [boetse, erges teege boetse] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17675 |
(met) stevige benen |
stemmige benen:
sjtèmeje bèèn (Q255p Kelmis)
|
benen: met stevige benen [hij is gestapeleerd] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17863 |
(zich) bukken |
(zich) bukken:
zéch bökke (Q255p Kelmis)
|
bukken, zich bukken [bukke, bokke] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
27401 |
aankoppelen |
aaneenhangen:
anēhaŋǝ (Q255p Kelmis),
aaneenkoppelen:
anēkopǝlǝ (Q255p Kelmis)
|
De kipwagens konden door middel van een ring aan elkaar gekoppeld worden. [monogr.]
II-4
|
27404 |
aankoppelhaak |
haak:
hǭk (Q255p Kelmis)
|
Haak, bevestigd aan de achterkant van de kipwagen, waaraan een andere wagen kon worden vastgekoppeld. [monogr.]
II-4
|
27423 |
aankrijten |
aankrijten:
āknītǝ (Q255p Kelmis)
|
Schoren, die soms moeilijk te zien waren, werden wit gemaakt. [monogr.]
II-4
|
33159 |
aardappel |
krompet:
`kro.pęt (Q255p Kelmis)
|
Solanum tuberosum L. De algemene benaming voor het gewas en het produkt. Voor het lemma Aardappel is, naast de vragenlijsten voor het enkelvoud, ook gebruik gemaakt van opgaven voor het meervoud en voor samenstellingen. Voor vormen als jappel, jarpel, jatappel, ja(r)dappel is geen afzonderlijk type geconstrueerd. Ze zijn ondergebracht bij het type aardappel. Elper is opgevat als een metathesis-vorm van de variant erpel; en zo is ook jalper een metathesis van jarpel, zoals kelver voorkomt naast kervel en zulker naast zurkel. Indien niet uitdrukkelijk aangegeven, is het voor de varianten van de typen crompîre en grompeer niet uit de opgaven zelf op te maken of deze eind- dan wel begin-accent hebben. Volgorde in het type aardappel (V staat voor een klinker): 1. -rdVp- (-rtVp-) 2. -dVp- (tVp-) 3. -rVp- 4. -rp- (-rǝp-) 5. -p-. [N 12, 1-4; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17; L 1, a-m; L 1 u, 120; L B2, 354; L 2, 14; L 32, 4; L 34, 8; L 35, 77; L 43, 8; Lu 1, 17; R 3, 27; S 1; Gwn 9, 1; monogr.; add. uit N 18, 64; N M, 15-18; A 21, 1f]
I-5
|
24922 |
aarde, grond |
zand:
zā.nt (Q255p Kelmis)
|
zand
III-4-4
|
27512 |
aartsluiaard |
aartsvuilik:
ęǝtsvulǝx (Q255p Kelmis),
vuilik:
vulǝx (Q255p Kelmis)
|
Spottende benaming. [monogr.]
II-4
|
27258 |
accoordloon |
accoordloon:
akōǝtluǝn (Q255p Kelmis)
|
Loon dat men verdiende als men werkte volgens een bepaald accoord; stukloon of loon naar prestatie. [monogr.]
II-4
|