e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buik buik: boek (Kelmis) buik [N 10b (1961)] III-1-1
buik (spotnamen) balg: balch (Kelmis), pens: (peansj) (Kelmis), pansj (Kelmis) buik [N 10b (1961)] || buik: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
buitenspel abseits (du.): Karte 167.  apseͅ.jts, apsa.jts} (Abseits) (Kelmis) Abseits. III-3-2
buizerd busard: boezar (Kelmis) buizerd (54 grote, plompe, slome vogel; brede vleugels en korte staart; vaak op paaltjes in weilanden; vaak te zien; broedt zeldzaam in bossen [N 09 (1961)] III-4-1
bundel groenten bussel: bössel (Kelmis) samengebonden groente [ZND 22 (1936)] III-2-3
buskruit kruidwis: krūtwisch (Kelmis) buskruit [ZND 22 (1936)] III-3-1
bussel uitgedorst stro bürde (du.): bø̄ǝt (Kelmis) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
calamien calamien: kelǝmǝ (Kelmis) Oxydisch zinkerts. [monogr.] II-4
carbidlamp carbidlamp: karbitlamp (Kelmis) Mijnwerkers die gevoed werd met acetyleengas, dat uit calciumcarbid en water ontstond. [monogr.] II-4
cervelaatworst gedroogde worst: jedruujde wôôrsj (Kelmis), plokworst: blockwosch (Kelmis), #NAME?  blockwosch (Kelmis), salami  blokwôôrsj (Kelmis) droogworst [N 06 (1960)] || plokworst [N 06 (1960)], [ZND 21 (1936)] || worst [ZND 21 (1936)] III-2-3