e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baktrog moelde: molt (Kelmis), mult (Kelmis) De kuip waarin de eerste bewerking van het deeg plaatsvindt. "In zijn eenvoudigste gedaante is het een rechthoekige, langwerpige bak, de bodem smaller dan de bovenopening" (Weyns blz. 28). De baktrog is ofwel van eik ofwel van wit hout vervaardigd. Sommige troggen hebben onderaan een schuif om zuurdeeg en zeef in te leggen (Weyns blz. 29). Als hij klein is en goed hanteerbaar, wordt de trog niet noodzakelijk op een vaste voet gezet. Is hij heel groot dan kan hij op een paar lage houtblokken worden gelegd. Meestal is hij geplaatst tussen twee steunen in de vorm van een letter H, waarvan de naar buiten uitwijkende bovenste benen de bak omvatten (Weyns blz. 28). In dit lemma zijn ook benamingen die de boer voor zijn baktrog heeft, opgenomen: Zie afb. 17. [(N 29, 20a; N 29, 18a; N 18, add.; N 5A(I), add.; S 2; R 3, 50; L 1a-m; L 16, 8; L 19A, 21; L 48, 23; A 26, 10; Lu 4, 10; Lu 2, 23; monogr.; LB 2, 237)] II-1
bangerik angsthaas: ne angshaas (Kelmis) bangerik [schiethoes] [N 07 (1961)] III-1-4
bankwerker schlosser: šlǫsǝr (Kelmis) In het bijzonder de mijnbankwerker. [monogr.] II-4
bankwerkerij schlosserei: šlǫsǝrēj (Kelmis) Plaats waar gereedschap gerepareerd en geslepen werd. [monogr.] II-4
barmsijs cini: cf. fr. serin cini BtS 247  sini (Kelmis) sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)] III-4-1
barrevoets barvoets: bɛrbəs (Kelmis) blootvoets [RND] III-1-3
bed bed: be.t (Kelmis) bed [RND] III-2-1
bedevaart bedevaart: en bidvaart (Kelmis) Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3
bedriegen bedriegen: ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a  bedriegə (Kelmis) bedriegen [ZND 01 (1922)] III-1-4
bedsprei bedsprei: be.tšpre̞i̯ (Kelmis) bedsprei [RND] III-2-1