21918 |
mannelijke duif |
hoorn:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
ho.rə (L320b Kelpen)
|
Hoe heet de mannelijke duif? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24439 |
mannelijke haas |
haas:
haas (L320b Kelpen)
|
Haas, mannetjeshaas [N 94 (1983)]
III-4-2
|
23364 |
mannenkant |
mansluikant:
mansluujkantj (L320b Kelpen)
|
De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23428 |
maria-altaar |
maria-altaar:
maria-altaor (L320b Kelpen)
|
Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23396 |
mariabeeld |
mariabeeld:
mariabeeldj (L320b Kelpen),
onzelievevrouw:
sleefvrouw (L320b Kelpen)
|
Een beeld van Maria met of zonder het kind Jezus op de arm. [N 96B (1989)] || Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23589 |
marialied |
marialiedje:
marialeedje (L320b Kelpen)
|
Een Marialied. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23747 |
mariascapulier add. |
mariamedaille (<fr.):
mariamedalie (L320b Kelpen)
|
Een Maria-scapulier (Marias livrei?). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21852 |
marktkraam |
kraam:
kraom (L320b Kelpen)
|
een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21711 |
marktplein |
markt:
merrətj (L320b Kelpen)
|
het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24945 |
marmer |
marmer:
marmər (L320b Kelpen)
|
marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|