e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

Gevonden: 2042
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bekvechten ruzie maken: ruzie maken (Kelpen) ruzie maken door woorden [afstrijden, rikrooien, kerwee hebben, strijden, muilvech-ten, smoelvechten, opstrijden] [N 85 (1981)] III-3-1
belangrijk, van belang belangrijk: bəlangrie.k (Kelpen) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
belasting belasting: belasting (Kelpen) de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)] III-3-1
belastingbiljet blauwe brief: blauwə bree.f (Kelpen) het biljet waarop vermeld staat hoeveel belasting iemand moet betalen [lastenbrief, brandbrief, binnenboek] [N 90 (1982)] III-3-1
bemanning bemanning: bemanning (Kelpen) de bemanning van een schip [bemanning, équipage] [N 90 (1982)] III-3-1
benauwd en vochtig weer drukkend (weer): drökkəntj (Kelpen) drukkend warm, gezegd van het weer [zwoel, mof, zoel, flauw, smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
bengelen bommelen: bummələ (Kelpen) Bengelen: heen en weer slingeren (bammelen, bommelen, bengelen). [N 84 (1981)] III-1-2
benieuwen nieuwsgierig zijn: noesjîerig zeen (Kelpen) zijn nieuwsgierigheid wekken [wonderen, wonder doen, benieuwen] [N 85 (1981)] III-1-4
beredderen redderen: reddərə (Kelpen) zaken in orde brengen, zorgen dat iets goed loopt [betimperen, betrekken, kwijten, beredderen] [N 85 (1981)] III-1-4
bergtop top: top (Kelpen) top van een berg [spits, piek] [N 81 (1980)] III-4-4