17900 |
optillen |
heffen:
höffə (L320b Kelpen)
|
(Op)heffen, tillen: in de hoogte heffen (beuren, heffen, tillen, lichten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21939 |
opvliegen |
uitlaten:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
oe.tlao.tə (L320b Kelpen)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: starten, wegvliegen, opvliegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25082 |
ordenen, rangschikken |
rangschikken:
rangsjikkə (L320b Kelpen)
|
op een regelmatige of doelbewuste wijze plaatsen [schikken, rangschikken, schavelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23570 |
organist |
organist:
orgenist (L320b Kelpen)
|
De organist, orgelist. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22737 |
orgel |
orgel:
orgel (L320b Kelpen),
oͅrgəlmān (L320b Kelpen)
|
Het orgel [het/de orgel, örgel, ölger, orjel?]. [N 96A (1989)] || Iemand die een draaiorgel bespeelt [orgeldraaier, liereman]. [N 90 (1982)]
III-3-2, III-3-3
|
23571 |
orgel spelen |
op de orgel spelen:
op den orgel speule (L320b Kelpen)
|
(op het) orgel spelen, het orgel bespelen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22679 |
orgeldraaier |
orgelman:
oͅrgəlmān (L320b Kelpen)
|
Iemand die een draaiorgel bespeelt [orgeldraaier, liereman]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
23389 |
orgelpijpen |
orgelpijpen:
orgelpiepe (L320b Kelpen)
|
De pijpen van het orgel [örgelpiepe, orrejelspiefe?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24221 |
ortolaan |
korenschrijver:
kòòresjriever (L320b Kelpen)
|
ortolaan
III-4-1
|
21916 |
oude duif |
oude duif:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
aoj doe.f (L320b Kelpen)
|
een duif van 2 of 3 jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|