e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozenkransmaand rozenkransmaand: rozekransmaondj (Kelpen) De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)] III-3-3
rozijn rozijn: WLD  rəzīēn (Kelpen) Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] III-2-3
ruien ruien: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  rui-jə (Kelpen) Hoe heet het volledig vernieuwen van het vederkleed? [N 93 (1983)] III-3-2
ruilen (als spel) ruilen: ry(3)̄lə (Kelpen), tuisen: tusə (Kelpen) Het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden]. [N 88 (1982)] III-3-2
ruisen (van de wind) ruisen: roe.sə (Kelpen) het geluid dat een stroom van lucht of een vloeistof maakt bij het gaan door of schuren langs iets of in zijn baan [ruisen, ruizelen, reuzelen] [N 91 (1982)] III-4-4
ruisen van bladeren ruisen: WLD  rōēsə (Kelpen) Het ruisen van bomen (ruisen, ruizelen, reuzelen, snirsen). [N 82 (1981)] III-4-3
ruitijd ruitijd: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  rui-j tie.t (Kelpen) Hoe heet de tijd waarin de duiven verpluimen? [N 93 (1983)] III-3-2
ruk ruk: rök (Kelpen) Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)] III-1-2
rukwind rukwind: rêukwintj (Kelpen) rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] III-4-4
rusten rusten: röstə (Kelpen) Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2