24440 |
vrouwelijke haas |
haas:
haas (L320b Kelpen)
|
Haas, wijfjeshaas [N 94 (1983)]
III-4-2
|
24272 |
vrouwelijke kwartel |
wijfje:
wiefke (L320b Kelpen)
|
het wijfje van de kwartel (zij) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
23362 |
vrouwenkant |
vrouwluikant:
vrouwluujkantj (L320b Kelpen)
|
De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20184 |
vruchtvlies |
vliezen:
vliezə (L320b Kelpen)
|
Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
22342 |
vuistslag op de rug |
dof:
duf (L320b Kelpen)
|
Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18860 |
waarderen |
waarderen:
waarderen (L320b Kelpen)
|
op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21457 |
waarschuwen |
waarschuwen:
waarsjuuwə (L320b Kelpen)
|
het attent maken op gevaar of nadeel dat men door een bepaalde oorzaak zou kunnen ondervinden [vermaan, waarschuwing] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21589 |
wacht |
wacht:
wacht (L320b Kelpen)
|
de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21999 |
wachten op de geloste duiven |
wachten:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
wachtə (L320b Kelpen)
|
Hoe zegt men: wachten op de geloste duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20440 |
wachthouden bij een dode |
waken:
wa.kə (L320b Kelpen)
|
wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|