| 23599 |
de kaarsen doven |
uitdoen:
de kerse oetdoon (L320b Kelpen)
|
De kaarsen doven, uitmaken, uitdoen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 22389 |
de kaarten couperen |
heffen:
høͅfə (L320b Kelpen)
|
Een aantal kaarten van de stapel afnemen voordat ze gedeeld worden, zodat de nieuwe bovenste kaart in ieder geval onbekend is [couperen, heffen, afheffen, afkappen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 22390 |
de kaarten ronddelen |
delen:
deͅilə (L320b Kelpen)
|
De kaarten ronddelen [delen, geven, hangen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 22387 |
de kaarten schudden |
schuddelen:
sjøͅdələ (L320b Kelpen)
|
Speelkaarten door elkaar mengen zodat volgkaarten goed verspreid liggen [schudden, schokken, wassen, schieten, mingelen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 23697 |
de kerkgang maken |
de kerkgang doen:
kerkgank doon (L320b Kelpen)
|
De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 22134 |
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen |
afslaan:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
aa.fslao.n (L320b Kelpen)
|
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 23687 |
de kruisweg bidden |
de kruisweg beden:
kruusweg baeje (L320b Kelpen)
|
De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 22538 |
de mei vieren |
mei verteren:
meijverteere (L320b Kelpen)
|
De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 23260 |
de middag luiden |
twaalf uur luiden:
et loetj 12 oor (L320b Kelpen)
|
Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
de mes deene (L320b Kelpen)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|