e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

Gevonden: 2042

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
acoliet misdienaar: mesdeener (Kelpen) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adder adder: WLD  addər (Kelpen) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] III-4-2
afdingen pingelen: pingələ (Kelpen) proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)] III-3-1
afkalven afbrokkelen: aafbrokkələ (Kelpen) afkalven, stuksgewijs afschuiven en instorten gezegd van oevers, slootkanten enz [inkalven, inkavelen, inkelderen] [N 81 (1980)] III-4-4
afkomst komaf: kôomaa.f (Kelpen) afkomst, afstamming; bloedverwantschap in neerdalende lijn [komaf, tuk, afkomst] [N 87 (1981)] III-2-2
aflaat aflaat: aaflaot (Kelpen) Een aflaat [ablas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
afleggen van een dode afleggen: aafléəggə (Kelpen) een lijk reinigen en met het doodsgewaad bekleden, meestal tevens van het bed afnemen [afleggen, lijken, ontwaden] [N 87 (1981)] III-2-2
afpassen met de voet, aftreden aftreden: aa.ftrééjə (Kelpen) de lengte bepalen door stappen [aftreden] [N 91 (1982)] III-4-4
afraffelen raffelen: raffele (Kelpen) (te) snel bidden, een gebed afraffelen. [N 96B (1989)] III-3-3
afrit afrit: aafrit (Kelpen) een hellende weg waarlangs men een brug, een dijk enz. kan verlaten (afrit, afging, afrij) [N 90 (1982)] III-3-1