e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerensheide

Overzicht

Gevonden: 492
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kinketting remketting: rɛmkęteŋ (Kerensheide) Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.] I-10
kippenborst kippenborst: kippeborst (Kerensheide) borstbeen: vooruitstekend borstbeen [kiepeboorst, kiekeborst] [N 10 (1961)] III-1-2
kippenvel haansvel: haonsvel (Kerensheide) kippevel (kleine bultjes met rechtopstaande haartjes bijv. ten gevolge van de kou) [kiepvel, ganzevel, kiekevlees] [N 10 (1961)] III-1-2
kledij, kleren kledage: kléjaasj (Kerensheide), t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]: kléjer (Kerensheide) kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)] III-1-3
klein van gestalte kort van lijf: hae is kort van līēf (Kerensheide) klein van gestalte [N 10 (1961)] III-1-1
klomp klomp: klomp (Kerensheide), klómp (Kerensheide) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] II-12, III-1-3
kloven kenen: keenen (Kerensheide) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
knabbelen knibbelen: knibbele (Kerensheide) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3
knecht, algemeen knecht: knɛx (Kerensheide) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
knevels knevels: knɛvǝls (Kerensheide) Beide haakjes aan de bitringen, die aan het hoofdstel worden opgehangen. [N 13, 45] I-10