e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerensheide

Overzicht

Gevonden: 492

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borrelglaasje drupjesglaasje: drupkesglaeske (Kerensheide) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borstelig haar pinhaar: pinhòòr (Kerensheide) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borstnet borstnet: bǫrstnęt (Kerensheide) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10
borstrok borstrok: borstrok (Kerensheide), lijfje: liefke (Kerensheide) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) lijfje: liefke (Kerensheide) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borstzak(je) borstzakje: borszekske (Kerensheide) pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3
botervlootje boterschotel: boterschŏtel (Kerensheide) botervlootje [N 20 (zj)] III-2-1
bovendeel van de rug krommejak: bie de pap op de kròòmejak zitte (Kerensheide), kròòmejak (Kerensheide) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] || rug: op de rug zitten [N 10 (1961)] III-1-1
braadpan braadketel: bròòiketel (Kerensheide) pot, metalen ~ met twee oren; inventarisatie benamingen (bròòjpan, bakpan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
braken spuwen: spèùwe (Kerensheide) overgeven, vomeren [speuwe, spaven, kitse, kotse, kalve, kalvere] [N 10 (1961)] III-1-2