22327 |
spelletje |
partijtje:
partijtje (K317a Kerkhoven)
|
het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20165 |
spenen |
van de mem afzetten:
van dǝ mɛm af˲zętǝ (K317a Kerkhoven)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59]
I-9
|
17719 |
sperma |
zaad:
zoat (K317a Kerkhoven)
|
Sperma: het mannelijke zaad (zaad, natuur, sperma, wieks) [N 106 (2001)]
III-1-1
|
28513 |
speurbijen |
speurbijen:
(enk)
spø̄rbi (K317a Kerkhoven)
|
Werksters die een paar dagen voordat een bijenvolk gaat zwermen, gaan zoeken naar een nieuwe woning. Spleten en reten, holle bomen, schoorstenen en lege korven zijn mogelijke woonplaatsen. [N 63, 31a]
II-6
|
22401 |
spiertje trekken |
spiertjetrek:
spiertje trekt (K317a Kerkhoven)
|
loten met gras of lucifers (bijv. wie de langste trekt) [spiertje trekken, getuigen, tuigen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
18202 |
spijkerbroek |
jeans:
jeans (K317a Kerkhoven)
|
Spijkerbroek [spijkerbroek, -boks, jeansbroek, jeans] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18203 |
spijkerjas |
jeansjas:
jeansjas (K317a Kerkhoven)
|
Spijkerjasje [spijkerjas, jeansjas, jek] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18204 |
spijkerpak |
jeanskostuum:
jeanskostum (K317a Kerkhoven)
|
Spijkerpak [spijkerpak, jeanspak, spijkerkostuum, jeanskostuum] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
24379 |
spin |
spin:
spen (K317a Kerkhoven)
|
spin [RND]
III-4-2
|
20121 |
spinnen |
spinnen:
spenǝ (K317a Kerkhoven),
sponnen:
spoͅnə (K317a Kerkhoven)
|
De handeling die met behulp van een spinnewiel werd verricht. Vooral voor vlas en hennep was het raadzaam de spinvingers nat te houden tijdens het spinnen. Hiervoor had men een klein potje met water aan rokken of wiel hangen (Weyns, pag. 844-845). Soms werden daartoe ook wel kleine, twee-orige kruikjes van ongeveer 7 cm hoog gebruikt, gebakken onder andere te Raeren. [N 34, C; RND 3; Wi 27; S 34; monogr.] || spinnen [Goossens 1b (1960)]
II-7, III-2-1
|