e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkhoven

Overzicht

Gevonden: 1473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pijpensteel pijpensteel: pijpesteel (Kerkhoven) Pijpensteel. Het dunne buisvormige deel van een pijp. [ZND 41 (1943)] III-2-3
pikbinder pikbinder: pek˱bęndǝr (Kerkhoven) Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
pikkeling, zwad met een slag afgepikt kap: kap (Kerkhoven) Hoeveelheid graan die men met één slag afpikt; vergelijk het lemma ''zwad, houw'' (3.1.4) in aflevering I.3. De enqu√™tes van Goossens hebben voor dit begrip niet veel opgaven opgeleverd; de vraag uit N 15, 16 levert slechts indirect materiaal op voor het begrip "pikkeling". Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf.' [A 23, 16.1a; L 48, 34.1a; Lu 1, 16.1a; Lu 2, 34.1a; monogr.; add. uit N 15, 16e; JG 1a, 1b, 1c, 2c] I-4
pink pink: pink (Kerkhoven) Pink, de vijfde, kleinste vinger (pink (pinkel, pinker), kleine vinger). [N 106 (2001)] III-1-1
pinksteren pinksteren: pinkstere (Kerkhoven), sinksen: sinkse (Kerkhoven) Hoe heet de 50e dag na Pasen: Pinksteren of Sinksen? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pinstokken (voor de slee) pikken: de pikke (Kerkhoven) Hoe heten de stokken waarmee een kleine ijsslede wordt voortgeduwd? [ZND 40 (1942)] III-3-2
pioen balroos: balroeze (Kerkhoven) I-7
pit, kern van fruit kern: kɛn (Kerkhoven) [RND 07] I-7
plaatsvervangende peetoom geleende peteren: gelieënder petere (Kerkhoven) peter die als plaatsvervanger optreedt, wanneer de ware peter niet aanwezig kan zijn? [ZND 37 (1941)] III-2-2
plaatsvervangende peettante geleende peet: gelieënde peet (Kerkhoven) meter die als plaatsvervanger optreedt, wanneer de ware meter niet aanwezig kan zijn? [ZND 37 (1941)] III-2-2