e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drukken duwen: duie (Kerkrade) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukknoop drukker: drükker (Kerkrade) drukknoop III-1-3
drukkooitje drokkastje: drukkɛsjǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), drokkooitje: drukkōjtjǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]), drukkast: drøkkas (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), kastje: kɛsjǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), kooitje: kooitje (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), kōjtjǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Emma]) Een uit kruiselings op elkaar bevestigde halfhouten of dunne rondhouten vervaardigd kooitje. Drukkooitjes worden op de kappen van starre ondersteuningen geplaatst om de eerste druk van het dakgesteente op te vangen. Op de Domaniale mijn had een drukkooitje volgens een invuller uit Q 121 een afmeting van 40 bij 40 centimeter. Het was samengesteld uit houten paaltjes van ongeveer 5 centimeter doorsnede. [N 95, 324; monogr.] II-5
drukte maken boheien (rh.): behai’e (Kerkrade), schandaal maken: sjendaal maache (Kerkrade) drukte maken || drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)] III-1-4
drukte, gedoe bohei: behai (Kerkrade) gedoe, lawaai.... III-1-4
druktemaker boheits-kop: behaits’kop (Kerkrade), boheits-kramer: behaits’krieëmer (Kerkrade), boheits-macher: behaits’mecher (Kerkrade) opschepper, praatjesmaker III-1-4
druppel drup: a drup wasser (Kerkrade), druup (Kerkrade), drüp (Kerkrade, ... ), ing druup wasser (Kerkrade), druppel: druupel (Kerkrade), drøpəl (Kerkrade), drüp⁄pel (Kerkrade) druppel (drop) [ZND A1 (1940sq)] || druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] || druppel, druppeltje || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
druppen, druppelen ziekeren: ziek⁄kere (Kerkrade) sijpelen III-4-4
dubbel sierhek poort: poǝts (Kerkrade) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8
dubbele en gecombineerde krompasser de acht: dǝ ax (Kerkrade), dobbele krompasser: dubǝlǝ krompasǝr (Kerkrade) Dubbele krompasser met S-vormige benen. Wanneer het scharnier in het midden van de S-vormige benen is geplaatst, wordt deze passer vooral gebruikt voor het opmeten van uitwendige maten. Er bestaan ook uitvoeringen van de passer waarbij het scharnier aan het uiteinde van de S is aangebracht. Met dit type worden inwendige maten opgemeten. De gecombineerde krompasser bestaat uit een combinatie van de krompasser en de voetjespasser. Zie ook het lemma "voetjespasser" en afb. 83. [N 33, 252d; N 33, 252f; N 64, 80b] II-11