e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een askruisje halen assekruisje halen: èsjekrütsje hoale (Kerkrade) Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)] III-3-3
een bevel opvolgen pareren (<lat.): WNT: pareeren (I), Uit lat. parêre, gehoorzamen, overgenomen in de rechtstaal en vandaar ook in ruimer gebruik. Van een bevel, eene opdracht enz. Het volvoeren, volbrengen, nakomen.  parere (Kerkrade) een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] III-3-1
een boom omhakken vellen: vɛlǝ (Kerkrade) Een boom met behulp van een bijl omhakken. Zie ook het volgende lemma. [N 50, 10a; N 75, 113a; monogr.] II-12
een borrel drinken pitsen: pitsje (Kerkrade), schnaps drinken: sjnaps drinke (Kerkrade) jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3
een boterham smeren een boterham smeren: ən boͅtram šmīərə (Kerkrade), klenen: kleëne (Kerkrade) boterham (dik) smeren || smeren [RND] III-2-3
een brok steenkool (een) brok kool: enǝ brǫk koǝl (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]), knode kool: knoǝ koǝl (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]) Een dikke brok steenkool. [N 95, 464; monogr.] II-5
een cadeau geven bescheren: NB besjeróng, uitdelen van geschenken (met Sinterklaas, Kerstmis).  besjere (Kerkrade), schenken: sjenke (Kerkrade, ... ), šeͅŋkən (Kerkrade) Geschenken geven. || Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] || Schenken, cadeau doen. || Schenken. [ZND A1 (1940sq)] III-3-2
een doorhouw maken afhouwen: āfhǫwǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), ophouwen: ophawǝ (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), ophǫwǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Willem-Sophia]) Een doorhouw maken. Met de woordtypen "ophouwen" (Q 113, Q 121, Q 121c) en "ophouw maken" (Q 202) duidt men de aanleg van een doorhouw naar een hoger gelegen galerij aan, terwijl "afhouwen" wordt gebruikt voor het maken van een doorhouw naar een lager gelegen gang. [N 95, 175; N 95, 172; N 95, 383; monogr.] II-5
een duif klokken ~ vorziehen (du.): vuurtseje (Kerkrade) 2. Een duif klokken voor de aankomst van een volgende duif. III-3-2
een ei ei: ai̯ (Kerkrade), āi̯ (Kerkrade), ē̜.i̯ (Kerkrade), hoenderei: hondǝrai̯ (Kerkrade) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12