e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
er heet aan toegaan deraangaan: dra joa (Kerkrade) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
er wordt geschoten (het) brandt: ǝt brɛnt (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Willem-Sophia]), de schot brandt: dǝr šǫs brɛnt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), šoas brɛnt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), het werdt geschoten: ǝt wēǝt jǝšǭsǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Waarschuwende uitroep vóór het ontsteken van een schietlading. [N 95, 425; monogr.] II-5
ereboog ereboog: iereboag (Kerkrade, ... ), triomfboog: triejoemfboag (Kerkrade) Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] || Ereboog. III-3-2
erf goed: gōt (Kerkrade), hof: hoͅf (Kerkrade, ... ), hofje: høͅfjə (Kerkrade) I-7
erfenis erbschaft (du.): erbsjaft (Kerkrade) het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
ergens, hier of daar erge: ur⁄je (Kerkrade), ergens: ur⁄jens (Kerkrade), ergets: ur⁄jets (Kerkrade) ergens, hier of daar III-4-4
erlangs werken derlangs werken: derlaŋs werkǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]), langswerken: laŋswerkǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Emma, Maurits]) Een doorgang van 50 cm (Q 15, mijn Maurits) tot 1 meter (Q 121, mijn Wilhelmina) breed langs het koolfront maken. Op de mijn Maurits werd volgens de invuller uit Q 15 tijdens het "erlangswerken" niet ondersteund. Dat werd pas gedaan, wanneer men tot ongeveer 1.20 m had ingekerfd en er een kophout kon worden geplaatst. Successievelijk werd dan over de hele pijler op deze wijze ontkoold, meter voor meter. Elke 5 à 7 meter - dat verschilde van laag tot laag - bevond zich een man die zo werkte. De daaropvolgende dienst begon op zo''n eerste ondersteuning weer in te kerven tot de zogenaamde pandbreedte, ongeveer 2.20 m, en plaatste meter voor meter de definitieve ondersteuning terwijl het kophout weggenomen werd. Uiteraard veranderde deze werkwijze toen de eerste schuifpijlers en later de mechanisatiepijlers in gebruik werden genomen. Toen was het koolfront geheel stijlvrij. In de Belgische mijnen werd tijdens het "erlangswerken" gelijk ook een ondersteuning in de vorm van kophouten geplaatst. Zie de semantische toelichting bij het lemma Doorgang. [N 95, 510; monogr.; N 95A, 11] II-5
ernstig ernst: eënsj (Kerkrade), Kerkr wb 80: eënsj: ernstig, serieus  eënsj (Kerkrade) ernstig, serieus || van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: eëts (Kerkrade), ɛǝ.ts (Kerkrade) erwt || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5, I-7
erwten- of bonenranken erwten: etse (Kerkrade), ranken: reng (Kerkrade) [N Q (1966)] I-7