19013 |
er heet aan toegaan |
deraangaan:
dra joa (Q121p Kerkrade)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27865 |
er wordt geschoten |
(het) brandt:
ǝt brɛnt (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Willem-Sophia]),
de schot brandt:
dǝr šǫs brɛnt (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
šoas brɛnt (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
het werdt geschoten:
ǝt wēǝt jǝšǭsǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Waarschuwende uitroep vóór het ontsteken van een schietlading. [N 95, 425; monogr.]
II-5
|
22433 |
ereboog |
ereboog:
iereboag (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
triomfboog:
triejoemfboag (Q121p Kerkrade)
|
Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] || Ereboog.
III-3-2
|
33610 |
erf |
goed:
gōt (Q121p Kerkrade),
hof:
hoͅf (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
hofje:
høͅfjə (Q121p Kerkrade)
|
I-7
|
20217 |
erfenis |
erbschaft (du.):
erbsjaft (Q121p Kerkrade)
|
het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24971 |
ergens, hier of daar |
erge:
ur⁄je (Q121p Kerkrade),
ergens:
ur⁄jens (Q121p Kerkrade),
ergets:
ur⁄jets (Q121p Kerkrade)
|
ergens, hier of daar
III-4-4
|
28031 |
erlangs werken |
derlangs werken:
derlaŋs werkǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits]),
langswerken:
laŋswerkǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Emma, Maurits])
|
Een doorgang van 50 cm (Q 15, mijn Maurits) tot 1 meter (Q 121, mijn Wilhelmina) breed langs het koolfront maken. Op de mijn Maurits werd volgens de invuller uit Q 15 tijdens het "erlangswerken" niet ondersteund. Dat werd pas gedaan, wanneer men tot ongeveer 1.20 m had ingekerfd en er een kophout kon worden geplaatst. Successievelijk werd dan over de hele pijler op deze wijze ontkoold, meter voor meter. Elke 5 à 7 meter - dat verschilde van laag tot laag - bevond zich een man die zo werkte. De daaropvolgende dienst begon op zo''n eerste ondersteuning weer in te kerven tot de zogenaamde pandbreedte, ongeveer 2.20 m, en plaatste meter voor meter de definitieve ondersteuning terwijl het kophout weggenomen werd. Uiteraard veranderde deze werkwijze toen de eerste schuifpijlers en later de mechanisatiepijlers in gebruik werden genomen. Toen was het koolfront geheel stijlvrij. In de Belgische mijnen werd tijdens het "erlangswerken" gelijk ook een ondersteuning in de vorm van kophouten geplaatst. Zie de semantische toelichting bij het lemma Doorgang. [N 95, 510; monogr.; N 95A, 11]
II-5
|
18837 |
ernstig |
ernst:
eënsj (Q121p Kerkrade),
Kerkr wb 80: eënsj: ernstig, serieus
eënsj (Q121p Kerkrade)
|
ernstig, serieus || van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
eëts (Q121p Kerkrade),
ɛǝ.ts (Q121p Kerkrade)
|
erwt || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5, I-7
|
33579 |
erwten- of bonenranken |
erwten:
etse (Q121p Kerkrade),
ranken:
reng (Q121p Kerkrade)
|
[N Q (1966)]
I-7
|