e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fruit, afgevallen vol-obst: val’obs (Kerkrade), windslag: wink’sjlaag (Kerkrade) fruit, afgevallen — I-7
fruit, ooft obst (du.): obs (Kerkrade) fruit, ooft I-7
fruitboom obst-boom: obs’boom (Kerkrade) fruitboom I-7
fruiten smoren: sjmore (Kerkrade) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitworm appelworm: eigen spellingsysteem  appelworm (Kerkrade) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
fuchsia bellen-stock: bɛləštoͅk (Kerkrade) belleplant, fuchsia III-2-1
fundament betonvoet: bǝtǫŋvos (Kerkrade), fundament: føndamɛnt (Kerkrade), føndǝmɛnt (Kerkrade), voet: vos (Kerkrade) De grondvesten van een gebouw. Het fundament kan al dan niet onderheid zijn, wordt in metselsteen, stampbeton of gewapend beton uitgevoerd en reikt tot aan het maaiveld of de begane grond. [N 31, 1a; N 31, 1b; N 31, 1c; monogr.] II-9
fundament van de schoorsteen console: kǫnsǫl (Kerkrade) Het metselwerk waarop de schoorsteen rust. Een fundament voor een meestal buiten de muur liggende schoorsteen opmetselen werd in Q 121 'een console uitmuren' ('eŋ kǫnsǫl ūsmūrǝ') genoemd. [N 32, 25b; monogr.] II-9
funderingssleuven uitsteken fundamenten uitschachten: føndamɛntǝ ūsšartǝ (Kerkrade), føndamɛntǝ ūsšaxtǝ (Kerkrade), fundamenten uitsteken: føndamęntǝ ūsštɛ̄xǝ (Kerkrade), het fondament uitwerpen: ǝt fundamɛnt˱ ūswęrǝpǝ (Kerkrade) Gleuven uitsteken langs de vier wanden op de bodem van de uitgegraven kelderruimte. In de sleuven worden later de fundamenten geplaatst. Zie voor het woordtype 'gescheuten' (Q 194) ook RhWb dl. VII, k. 962, s.v. 'Geschäu': ø̄das Mauerwerk aus Bruchsteinen an der Erde, auf dem die Balkenlage des Fachwerkhauses ruht.ø̄ [N 30, 25a; monogr.] II-9
gaan gaan: goͅən (Kerkrade) gaan [ZND A2 (1940sq)] III-1-2