e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afwasteil, afwasbak afwasbak: afwäschbak (Kerkrade), spoelbak: sjpeulbak (Kerkrade), spoelkomp: sjpeulkomp (Kerkrade), sjpeulkòmp (Kerkrade), speulkomp (Kerkrade), špø&#x0304lkomp (Kerkrade) afwasbak [N 07 (1961)] || bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
afwaswater afwaswater: aafwèsjwasser (Kerkrade), spoelwater: sjpeulwasser (Kerkrade, ... ), spø&#x0304lwasər (Kerkrade), špø&#x0304lwasər (Kerkrade) afwaswater || Het water, vermengd met zeep of soda, waarin het vaatwerk afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u in uw dialect het water waarin men de vaat doet/gedaan heeft? [N105 (2000)] III-2-1
afzetten afzetten: aafzetse (Kerkrade) meer laten betalen dan een artikel waard is; te duur doen betalen [strepen, aankomen, strafelen, straffen, stropen, stroefen, scholpen, nijpen, afdrogen, overschatten] [N 89 (1982)] III-3-1
akker land: laŋk (Kerkrade), veld: vɛlt (Kerkrade) Met het begrip ɛakkerɛ wordt in dit lemma bedoeld een bepaald begrensd stuk akkerland of bouwland. Veel respondenten uit Belgisch Limburg beschouwen perceel als een notariswoord. De woordtypen tarweland, haverland, bietenland, korenveld en koren duiden op een stuk land waarop een bepaald gewas wordt verbouwd.' [N 27, 2a; N 11, 1b; A 11, 4; A 3, 40; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 11b; L 19b, 1a; Vld.; monogr.] I-8
akkerboterbloem boterbloem: bót’terblom (Kerkrade) boterbloem III-4-3
akkerdistel, distel distel: -  distel (Kerkrade), netel: -  nieetel (Kerkrade) distel (Carduus) [DC 69 (1994)] III-4-3
akkergrens, grensvoor reen: rēn (Kerkrade) De grens tussen twee afzonderlijke akkers in de vorm van een diepe voor die met de ploeg getrokken wordt. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen øvoorŋ resp. øvoordŋ het lemma ɛploegvoorɛ (wld I.1, blz. 105-106).' [N 11, 56; N 11A, 120; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; L B2, 268; L 24, 27; L 41, 24; monogr.] I-8
akkerwinde klein pispotje: idiosyncr.  kling pispötsje (Kerkrade) Akkerwinde (convolvulus arvensis 20 tot 120 cm hoge plant. De stengels groeien liggend of windend; de bladeren hebben een pijlvormige voet; de bloemen groeien afzonderlijk of 2 aan 2, de kleur is wit of roze met strepen; 2 kleine lijnvormige schutblader [N 92 (1982)] III-4-3
akkoord akkoord: akkoord (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), akoǝt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), gedinge: jǝdiŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), generaalgedinge: jenǝraljǝdiŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), éénmansakkoord: ēma.nsakoǝt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), éénmansgedinge: ēmansjǝdiŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]) Loonovereenkomst waarbij wordt betaald overeenkomstig de verrichte arbeid. Het "éénmansakkoord" (Q 117, Q 121) stond in tegenstelling tot het "groepsakkoord" (Q 117). Iedere houwer ontving zijn loon naar eigen prestatie. Dit type akkoord dateerde van de jaren dertig. Na de oorlog werd dit systeem door de inzet van de vakbonden afgeschaft. Het werken in éénmansakkoord was in de jaren dertig oorzaak van het gehate en verderfelijke jaagsysteem (Dieteren 1984 pag. 11). Wie minder kracht had dan zijn collega ging met een lager loon huiswaarts of liep de kans ontslagen te worden. De term "generaalgedinge" werd volgens Loontjens (pag. 33) gebruikt voor een akkoord dat gold voor onbepaalde tijd. [N 95, 910; N 95, 911; N 95, 912; monogr.; Vwo 58] II-5
al dansend draaien knolen: knole (Kerkrade) Al dansende draaien, gezegd van een tol [schrankelen, hekelen, denderen, leuteren]. [N 88 (1982)] III-3-2