18817 |
genoegen (doen) |
tevreden:
tse vreie (Q121p Kerkrade)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17560 |
geraamte |
geraams:
geremps (Q121p Kerkrade),
gerēmps (Q121p Kerkrade),
jeréms (Q121p Kerkrade)
|
geraamte [N 10a (1961)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
gereed:
jereed’ (Q121p Kerkrade),
klaar:
kloͅər (Q121p Kerkrade),
paraat:
paraat (Q121p Kerkrade),
vaardig:
veëdiech (Q121p Kerkrade),
veëdieg (Q121p Kerkrade),
veë’dieg (Q121p Kerkrade),
vørdig (Q121p Kerkrade)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || gereedkomen met wat men te verrichten heeft [geraken, klaarkomen] [N 85 (1981)] || klaar [ZND A2 (1940sq)] || klaar, gereed || vaardig [ZND A1 (1940sq)]
III-1-4
|
26729 |
gereedschap |
geschier:
gǝšiǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia]),
jǝšiǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
getuig:
jǝtsyx (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale])
|
Algemene benaming voor het gereedschap. [N 95, 721; N 95, 724; N 95, 727; monogr.]
II-5
|
28147 |
gereedschap inleveren |
[gereedschap] inleveren:
eliǝvǝrǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
enlīǝvǝrǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Werktuigen bijvoorbeeld voor reparatie inleveren. De plaatselijke term voor "gereedschap" vindt men in het lemma Gereedschap. [N 95, 724]
II-5
|
25468 |
gereedschap waarmee men de darmen schoonmaakt |
plankje:
plankje (Q121p Kerkrade),
plɛŋkskǝ (Q121p Kerkrade)
|
Behalve de voorafgenoemde gereedschappen ''mes'', ''lepel'', ''balein'' en ''(haar)speld'' (zie de desbetreffende lemmata) gebruikt men nog verschillende andere middelen om de darmen schoon te maken. In ieder geval moeten de voorwerpen bot zijn, omdat een scherp gereedschap de darm gemakkelijk zal beschadigen. [N 28, 118]
II-1
|
25591 |
gereedschap waarmee men invet |
kwast:
kwās (Q121p Kerkrade)
|
De borstel, lap, vod enz. waarmee olie, vet, boter enz. op bakblik, bakplaat e.d. worden aangebracht. [N 29, 38b]
II-1
|
27322 |
gereedschapskist |
getuigkist:
[getuig]kes (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
getuigskist:
jǝtsyxskes (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia])
|
Kist waarin de mijnwerker zijn materiaal kan opbergen. De "geschierkist" (Q 21) werd op de mijn Maurits gebruikt door de post-stutter. Een gereedschapskist in een pijler werd daar "pinnenkist" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 704; monogr.]
II-5
|
28146 |
gereedschapsmagazijn |
geschiermagazijn:
jǝšiǝrmajazīn (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia]),
getuigmagazijn:
jǝtsyxmajazīn (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
jǝtsyxmajǝzīn (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
magazijn:
majǝtsīn (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Zolder])
|
Ruimte ondergronds waar het gereedschap aan de mijnwerkers wordt uitgereikt en na gebruik weer wordt opgeborgen. [N 95, 727]
II-5
|
28150 |
gereedschapsring |
geschierpin:
jǝš''īǝrpe.n (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Willem-Sophia]),
getuighaak:
[getuig]hǫǝk (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
getuigpin:
[getuig]pen (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
getuigring:
[getuig]reŋk (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
getuigspin:
jǝtsyxspe.n (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
Grote metalen ring waaraan het gereedschap dat voorzien is van een gat, kan worden geregen. De gereedschapsring kan met behulp van een hangslot worden afgesloten en wordt uitsluitend in pijlers gebruikt. Volgens invullers uit Q 121 en Q 121c was de "getuigpin" voorzien van een plaatje met daarop het nummer van de mijnwerker. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 763; monogr.]
II-5
|