23515 |
gestichte mis |
gestichte dienst:
jesjtiefe deens (Q121p Kerkrade),
gestichte mis:
jesjtiefe mès (Q121p Kerkrade)
|
Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18543 |
gestreepte broek |
gestreepte boks:
gestreefde boks (Q121p Kerkrade)
|
broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22404 |
getalzijde van een geldstuk |
munt:
munt (Q121p Kerkrade)
|
De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
30641 |
getande spalter |
kammenkwast:
kɛmkwās (Q121p Kerkrade)
|
Spalter waarvan het haar in afzonderlijke bundeltjes is verdeeld. De getande spalter wordt gebruikt bij het schilderen van de vezels van hout. Zie ook afb. 93b en de lemmata 'Spalter' en 'Draadtrekker'. [N 67, 36b]
II-9
|
18828 |
getob; tobben |
bedelen:
beëdele (Q121p Kerkrade)
|
het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwde vrouw:
gətraowdə vraow (Q121p Kerkrade)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
20369 |
getuige |
bronker:
brunker (Q121p Kerkrade),
bronkerse:
brunkesje (Q121p Kerkrade),
tuige:
tsüg (Q121p Kerkrade)
|
iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] || mannelijke trouwgetuige || vrouwelijke trouwgetuige
III-2-2, III-3-1
|
20388 |
getuige zijn |
bronken:
bronke (Q121p Kerkrade),
brónke (Q121p Kerkrade)
|
getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] || getuige zijn bij een kerkelijk huwelijk
III-2-2
|
19092 |
gevaarlijk |
gevaarlijk:
jevierlieg (Q121p Kerkrade)
|
gevaarlijk
III-1-4
|
23899 |
gevallen engelen |
duivelsengelen:
däuvelsengele (Q121p Kerkrade)
|
De gevallen engelen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|