25580 |
gewichtssteen |
gewichtssteen:
jǝwiǝtštē (Q121p Kerkrade)
|
Gevraagd werd speciaal naar de stenen die men vroeger in plaats van gewichten gebruikte. [B 29, 33b; N 29, 105e; monogr.]
II-1
|
19264 |
gewillig |
gewillig:
jewillieg (Q121p Kerkrade)
|
graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
špøri (Q121p Kerkrade)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|
19135 |
gewoonte |
gewoonte:
jewunde (Q121p Kerkrade)
|
gewoonte
III-3-2
|
17564 |
gewricht |
gelenk (du.):
e jelénk (Q121p Kerkrade),
gelenk (Q121p Kerkrade),
wreef:
de wrief (Q121p Kerkrade)
|
gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
27594 |
gezellenhuis |
gezellenhuis:
jǝz˙ɛlǝhūs (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia]),
vrijgezellenhuis:
vręj-jǝz˙ɛlǝhūs (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Het gebouw waar vrijgezellen uit andere provincies en landen die in de mijnen komen werken, worden gehuisvest. De invuller uit Q 3 merkt daarover voor de mijnen in Winterslag en Waterschei op dat in Belgisch-Limburg de gezellenhuizen vanwege de franssprekende mijndirecties ten onrechte de naam "hotel" met een bijkomende benaming in het Frans kregen, bijvoorbeeld Hotel Central, Terminus, Concordia, Pologne, enz. [N 95A, 17]
II-5
|
20221 |
gezelschap |
club:
kloeb (Q121p Kerkrade)
|
de persoon of personen waarmee men samen is [komplot, kompagnie] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
17588 |
gezicht |
gezicht:
jesich (Q121p Kerkrade),
jezich (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
jəzìg (Q121p Kerkrade)
|
gezicht [DC 01 (1931)] || Gezicht, gelaat: het voorste gedeelte van het hoofd, beneden de grens van de haarinplanting, het aangezicht (gezicht, wezen, kroost, facie, smikkel). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17589 |
gezicht (spotnamen) |
elf trappengezicht:
élftrappejezich (Q121p Kerkrade),
fresse (du.):
vrès (Q121p Kerkrade),
fysionomie:
fisione mie (Q121p Kerkrade),
mommegezicht:
mòmmejezich (Q121p Kerkrade),
puts:
pütsch (Q121p Kerkrade),
visage (fr.):
visage (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20327 |
gezin |
familie:
famielieje (Q121p Kerkrade)
|
man, vrouw en kinderen bij elkaar, het gezin [volk, huishouden, kot] [N 87 (1981)]
III-2-2
|