27544 |
halsriempje |
halsriem:
hǭsrēm (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
halsriempje:
halsrēmpšǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
hǭsrēmpjǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia]),
hǭsrēmpšǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
hǭsrēmšǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Halsriem waar de mijnlamp aan hangt tijdens het klimmen in een schacht. [N 95, 881a; monogr.]
II-5
|
18236 |
halssnoer |
kraal:
kreul (Q121p Kerkrade)
|
aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
25225 |
halve maan, eerste kwartier |
eerste vierdel:
iesjte vieëdel (Q121p Kerkrade),
halve mond (du.):
haove mond (Q121p Kerkrade)
|
schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25219 |
halve maan, laatste kwartier |
laatste vierdel:
letste vieëdel (Q121p Kerkrade)
|
schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25266 |
halve mud, maat van 500 liter |
scheffel:
sjef⁄fel (Q121p Kerkrade)
|
mud (half)
III-4-4
|
25261 |
halve pint, kwart liter, maat |
schop:
sjob(⁄be) (Q121p Kerkrade)
|
kwart liter
III-4-4
|
29826 |
halve steen |
halve steen:
hǭvǝ štē (Q121p Kerkrade)
|
Een in de breedterichting doormidden geslagen metselsteen of een baksteen van dit formaat die machinaal is vervaardigd. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛdrieklezoorɛ.' [N 31, 19a; monogr.]
II-8
|
21607 |
halve stuiver |
kloets:
vgl. Kerkrade Wb. (pag. 142): kloetsj, halve stuiver. Ing - vuur in dr jaas.
kloetsch (Q121p Kerkrade),
merk:
merk (Q121p Kerkrade)
|
halve stuiver, een 2 1/2 centstuk [lap, sjoe, groot, flapsent, bokkestuiver, grote cent, plak, bots, vierduitstuk?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23759 |
halve zondag |
feestdag:
fésdaag (Q121p Kerkrade)
|
Een "halve zondag", een feestdag zonder mis, bijvoorbeeld Koninginnedag (planken zondag). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21606 |
halve-centstuk |
halve cent:
hoave tsins (Q121p Kerkrade),
penning:
fennek (Q121p Kerkrade)
|
halve-centstuk, een ~ [senske?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|