e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hurkzit kuilzit: kulzets (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I]) Op de hurken zitten. [monogr.] II-5
hutselen ondereen roeren: onger ee reure (Kerkrade) Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
huurrijtuig mietwagen (<du.): mietwaan (Kerkrade) een huurrijtuig [fiaker] [N 90 (1982)] III-3-1
huwelijk hoogtijd: hoeëgtsiet (Kerkrade), hoëgtsiet (Kerkrade) bruiloft || de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] III-2-2
huwelijksuitzet mitgift (du.): mit’jif (Kerkrade) bruidsschat III-2-2
hypotheek hypotheek: hieppoetieëk (Kerkrade) de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)] III-3-1
iemand beboeten bestraven: bǝštroǝvǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Iemand beboeten, bijvoorbeeld door hem een geldstraf te geven. [monogr.; N 95, 552] II-5
iemand genezen of gezond verklaren (iemand) gezond schrijven: jǝzo.ŋk šrīvǝ (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Emma]), jǝzoŋk šrīvǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) De bedrijfsarts bepaalde wanneer een mijnwerker weer kon beginnen met werken. De mijnwerker werd dan genezen of gezond verklaard. [N 95, 970] II-5
iemand graag mogen lijden: lieë (Kerkrade) iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)] III-3-1
iemand hinderen in de weg leggen: jet in der weëch legke (Kerkrade), storen: sjtüre (Kerkrade) iemand beletten zijn werk uit te voeren [mishandelen, verhinderen] [N 85 (1981)] || iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)] III-1-4