19695 |
kast |
kast:
kas (Q121p Kerkrade),
schap:
šā.f (Q121p Kerkrade),
schrank (d.):
šraŋk (Q121p Kerkrade),
Eechesjrank
sjrank (Q121p Kerkrade)
|
kast [DC 39 (1965)]
III-2-1
|
23448 |
kast voor liturgische gewaden |
credens (<it.):
kredens (Q121p Kerkrade)
|
De kast(en) waarin deze gewaden liggend worden opgeborgen. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19505 |
kastplank |
regaal:
rəjāl (Q121p Kerkrade),
schap:
šāf (Q121p Kerkrade)
|
kastplank || plank in een kast [DC 16 (1948)]
III-2-1
|
19826 |
kat |
kat:
kat (Q121p Kerkrade),
kats (Q121p Kerkrade),
ideosyncr.
kats (Q121p Kerkrade),
miem:
miem (Q121p Kerkrade),
ideosyncr.
miem (Q121p Kerkrade),
miets:
miets (Q121p Kerkrade)
|
Hoe noemt u een kat (poes, mies, kat, balkhaas, zandhaas, marol) [N 83 (1981)] || kat [ZND A1 (1940sq)] || poes
III-2-1
|
22311 |
katapult |
flits:
flietsj (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
[Met afbeelding].
flietsj (Q121p Kerkrade)
|
Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)] || Katapult.
III-3-2
|
20604 |
kater |
katsenjammer:
katsejammer (Q121p Kerkrade)
|
kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
28768 |
katoen |
katoen:
katūn (Q121p Kerkrade)
|
Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.]
II-7
|
25430 |
katrol |
katrol:
katrǫl (Q121p Kerkrade)
|
Katrol, in gebruik bij het omhooghijsen van het rund. [N 28, 64; N 28, 65]
II-1
|
27672 |
katrolsysteem |
katrol:
katrǫl (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Domaniale]),
ketten:
kɛtǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Zolder])
|
Het katrolsysteem waarmee de kleerhaken met kleren onder het dak worden gehangen. [N 95, 57]
II-5
|
24786 |
kattekruid |
kattekruid:
idiosyncr.
katsekroed (Q121p Kerkrade)
|
Kattekruid (nepeta cataria 40 tot 100 cm grote plant. De stengels staan rechtop en zijn dicht behaard; de bladeren zijn eivormig spits, de bladrand is gekarteld of getand; de bloemen staan in lange trossen aan het eind van de stengel en in gesteelde zij [N 92 (1982)]
III-4-3
|