e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krielkip krielhoen: (mv)  krilhø̜nšǝr (Kerkrade) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgertje spelen kats en muis hellen: Sub kats.  kats en moes helle (Kerkrade), nalopen: noalofe (Kerkrade) Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)] || Spel. III-3-2
krijsen sjierpen: sjierpe (Kerkrade) een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] III-4-1
krimpen brokkelen: brø̜kǝlǝ (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]), opwellen: opwɛlǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Eisden]) Gezegd van het dak, wanneer het afbrokkelt. [N 95, 490] II-5
krioelen wriemelen: friemmele (Kerkrade) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kroeshaar kroes: kraus (Kerkrade), kroeshaar: kroeshaor (Kerkrade), krullenkop: krollekop (Kerkrade), negerhaar: neger hoar (Kerkrade), negerkrullen: nejerkrolle (Kerkrade) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krollen keken: ideosyncr.  keëke (Kerkrade) Hoe noemt u het geluid van een krolse vrouwelijke kat [N 83 (1981)] III-2-1
krols katten-mauwetig: katse-mauetig (Kerkrade), krabientsetig: krabintsətix (Kerkrade), lopetig: bijv. v. honden  leu’fetig (Kerkrade) loops || loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
krom, met bochten krom: krom (Kerkrade), króm(p) (Kerkrade), scheef: sjeef (Kerkrade) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom III-4-4
krommen krommen: krum⁄me (Kerkrade) krommen III-4-4