e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bebroed bevrucht ei ei met steek: ai̯ met štix (Kerkrade) [N 19, 54c] I-12
bebroed onbevrucht ei vuil ei: vūl ęi̯ (Kerkrade) [N 19, 54b] I-12
bed bed: beͅ.t (Kerkrade), be̝ͅt (Kerkrade), bɛt (Kerkrade, ... ), klap: klap (Kerkrade), vlo-pès: vluəpys (Kerkrade), vlokist: vluəkes (Kerkrade) bed [RND], [ZND A1 (1940sq)] || bed (spottend gebr.) III-2-1
beddengoed bedgetuig: bɛtjətsyx (Kerkrade), bedtuig: bɛttsyx (Kerkrade), bedwas: bɛtwɛ̄š (Kerkrade) beddegoed || beddelinnen III-2-1
beddenlaken beddoek: bɛt˂dox (Kerkrade), bedlaken: bɛtlākə (Kerkrade, ... ), laken: lākə (Kerkrade) beddelaken || laken III-2-1
beddenwarmer warmkruik: wɛrmkrūx (Kerkrade), g als r uitspreken  wärmkroeg (Kerkrade) bedkruik || kruik, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen een duw geven: inne dui jeëve (Kerkrade) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar bettler: bedler (Kerkrade) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelaarstehuis gezellenhuis: jezellehoes (Kerkrade) gezellenhuis III-3-1
bedelaarsvrouw loeder: loeder (Kerkrade) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1