18125 |
melaatsheid |
krauw:
krau (Q121p Kerkrade)
|
Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lazerij). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24543 |
melde |
melde:
mel (Q121p Kerkrade),
meldemoes:
mie’ëlemós (Q121p Kerkrade)
|
melde || melde, als groente
III-4-3
|
22800 |
melden (kaartterm) |
melden:
Iech han inne jrang jemeld (bij het skaatspel).
melde (Q121p Kerkrade)
|
Melden.
III-3-2
|
20970 |
melig |
meelachtig:
ideosyncr.
meëletieg (Q121p Kerkrade),
melig:
meë’lieg (Q121p Kerkrade)
|
melig || Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
34237 |
melk |
melk:
melk (Q121p Kerkrade),
melx (Q121p Kerkrade),
melǝx (Q121p Kerkrade)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
33882 |
melk van het paard |
merremelk:
mērǝmelǝx (Q121p Kerkrade),
zog:
zø̜x (Q121p Kerkrade)
|
De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57]
I-9
|
34246 |
melkafromer |
roomveer:
roomveer (Q121p Kerkrade)
|
De afromer scheidt de roomlaag van de melk. Dit scheiden kan gebeuren door een grote schuimspaan of een houten lepel te gebruiken. Met een houten latje kan men room tegenhouden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden plateel of teil vloeit. Men kan de room eenvoudig met een vinger wegdoen of men kan die wegblazen. Moderner is de scheiding van room en melk met een melkmachine of centrifuge. [N 12, 57 en 58; JG 1a, 1b; A 23, 3; monogr.]
I-11
|
21288 |
melkboer |
melksman:
miləsman (Q121p Kerkrade)
|
melkboer [RND]
III-3-1
|
24808 |
melkdistel |
zuigdistel:
zouw’distel (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
melkdistel
I-7, III-4-3
|
34226 |
melken |
melken:
mɛlǝkǝ (Q121p Kerkrade)
|
Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.]
I-11
|