24544 |
mispel |
mispel:
mis’pel (Q121p Kerkrade)
|
mispel(aar)
III-4-3
|
23532 |
missaal |
misboek:
mèsboch (Q121p Kerkrade)
|
Een kerkboek waarin de misgebeden zijn opgenomen [misboek, mèsbook, mèssebook, missaal?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23685 |
missie |
mission (du.):
missiejoeën (Q121p Kerkrade)
|
Een meerdaagse reeks preken, gebedsoefeningen e.d. die eens in de 10 jaar in de parochie werd gehouden ter heropwekking en verdieping van het geloof en ter bekering van zondaars [missie, volksmissie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23394 |
missiekruis |
missionskruis:
missiejoeënskrüts (Q121p Kerkrade)
|
Een groot kruisbeeld ter herinnering aan een in de parochie gepreekte missie [missiekruis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25166 |
mist, nevel (alg.) |
damp:
damp (Q121p Kerkrade),
dons:
dóns (Q121p Kerkrade),
mist:
mis (Q121p Kerkrade),
nevel:
nievel (Q121p Kerkrade),
niëvel (algemeen) (Q121p Kerkrade),
smies:
Nb. dus net als no. 17
smies (Q121p Kerkrade)
|
mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] || mist en nevel [DC 27 (1955)] || mist, nevel
III-4-4
|
23553 |
miswijn |
miswijn:
mèswien (Q121p Kerkrade)
|
De miswijn [mèswien?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24929 |
modder, slijk |
prats:
pratsj (Q121p Kerkrade),
schlamm (du.):
sjlam (Q121p Kerkrade),
slover:
sjloever (Q121p Kerkrade)
|
modder, mengsel van aarde, vuil, allerlei organische stoffen met water [plamei, debber, pladedder, moor, dedder, plamoes, moes, kwet, drabbik, dwal] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
29662 |
modderkar |
schubkarre:
šupkār (Q121p Kerkrade),
schurgskar:
šørǝxskār (Q121p Kerkrade)
|
De kruiwagen of kar waarmee de bereide klei naar de vormtafel wordt vervoerd. [N 98, 72; monogr.]
II-8
|
29660 |
modderkruier |
schurger:
šørǝjǝr (Q121p Kerkrade)
|
Arbeider die de bereide klei naar de vormtafel brengt, hetzij in een bak die hij op de nek draagt, hetzij met een kruiwagen of door middel van kipkarren. Zie ook Limburgs Idioticon, pag. 277 s.v. vogeldrager: ø̄̄Degene die bij de brikken- of tichelovens den vogel draagt (...). Geh. Genck.ø̄̄ [N 98, 70; monogr.]
II-8
|
24425 |
modderkruiper |
sloevervisser:
sjloevervisj-jer (Q121p Kerkrade)
|
weeraal: Hoe heet de weeraal of modderkruiper, een gestreept slangvormig visje met voeldraadjes aan de bek dat in sloten en poelen voorkomt en bij naderend onweer onrustig wordt? [N100 (1997)]
III-4-2
|