30041 |
bekisting |
bekisting:
bǝkesteŋ (Q121p Kerkrade),
kist:
kes (Q121p Kerkrade)
|
De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.]
II-9
|
22677 |
bekkens |
dekkelen (<du.):
dekkele (Q121p Kerkrade)
|
Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
27946 |
bekleden |
verpakken:
vǝrpakǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
De zijwanden en het dak van een mijngang met knuppels en ijzeren platen bekleden ter beveiliging tegen vallend gesteente. [monogr.; Vwo 856]
II-5
|
21684 |
bekostigen? |
berappen:
berappe (Q121p Kerkrade)
|
Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21357 |
bekvechten |
krakelen:
krakele (Q121p Kerkrade)
|
ruzie maken door woorden [afstrijden, rikrooien, kerwee hebben, strijden, muilvech-ten, smoelvechten, opstrijden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
25075 |
belangrijk, van belang |
wichtig:
wiegtiech (Q121p Kerkrade)
|
van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21715 |
belasting |
belasting:
belasting (Q121p Kerkrade),
steuer (du.):
sjtuur (Q121p Kerkrade)
|
de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21716 |
belastingbiljet |
steuerzettel (du.):
sjtuurtsedoel (Q121p Kerkrade)
|
het biljet waarop vermeld staat hoeveel belasting iemand moet betalen [lastenbrief, brandbrief, binnenboek] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33489 |
bellefleur |
bellefleur:
soort appel
bellefluur’ (Q121p Kerkrade),
keulemannetje:
lijkt op de bellefleur
koa’lemensje (Q121p Kerkrade)
|
appel, soort || bellefleur
I-7
|
21600 |
belofte niet houden |
zijn woord niet houden:
⁄t woad nit haode (Q121p Kerkrade)
|
een belofte niet houden [beenschijten, zijn woord intrekken, belezen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|