32757 |
onderspitten |
ondergraven:
oŋǝrjrāvǝ (Q121p Kerkrade)
|
Plantenresten, (groen)mest, onkruid e.d. spittend onder de grond werken. Van onderspitten is vooral sprake, als men - zonder af te hakken of af te scheppen - de grond ineens omsteekt. Elke spade grond wordt dan zo gedraaid, dat de begroeide bovenkant ervan onder in de voor terecht komt. [monogr.; div.]
I-1
|
27731 |
onderste gedeelte |
voet:
vos (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Het onderste gedeelte van iets, bijvoorbeeld van een pijler, een stijl enz. [monogr.; Vwo 837]
II-5
|
31712 |
onderste handvat |
(onderste, korte, rechtse) grif:
kǫtǝ gref (Q121p Kerkrade)
|
Het onderste handvat van de steel van de zeis, dat in de rechterhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het korte handvat van model A, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de gegevens opgenomen omtrent de localisatie van model B, waarvan het onderste handvat in de kromming van de steel zit of waar dit handvat lang en T-vormig is. Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het bovenste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (onderste, korte, kleine, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A2 en B2.' [N 18, 67c; N C, 3b2; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
27891 |
ondersteunen |
(een) bouw zetten:
enǝ bǫw zętsǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
bouwen:
bǫwǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Willem-Sophia]),
stijpen:
štipǝ (Q121p Kerkrade),
uitbouwen:
ūsbǫwǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Een muur onderschragen met een stut of schoor. Zie voor de fonetisch niet gedocumenteerde vormen het lemma 'Muur'. [N 31, 48a; monogr.] || Houten of metalen ondersteuningen plaatsen. In de mijnen van Waterschei en Winterslag maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen "kaders zetten" en "stempels en belen bouwen". Met de eerste woordgroep duidt men het ondersteunen in galerijen aan, met de tweede het ondersteunen in pijlers. Het woordtype "apôyeren" wordt met name gebruikt in de mijnen van Beringen, Winterslag, Zolder, Houthalen en Waterschei (Vanwonterghem pag. 49). [N 95, 291; N 95, 321; N 95, 289; N 95, 575; monogr.; Vwo 63; Vwo 151; Vwo 560; Vwo 759; Vwo 808]
II-5, II-9
|
27895 |
ondersteuning |
bouw:
bouw (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
bǫ.w (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
bǫw (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Ondersteuningselement voor mijngangen, bestaande uit een raamwerk van twee of meer houten of metalen palen of balken. Het woordtype "kader" is volgens de invuller uit Q 3 van toepassing op een ondersteuning voor een galerij. In een pijler daarentegen worden "stempels" en "belen" gebruikt. [N 95, 317; N 95, 290; monogr.; Vwo 152; Vwo 154; Vwo 164; Vwo 402; Vwo 561; Vwo 761]
II-5
|
27903 |
ondersteuning, betimmering van een mijngang |
bouwwerk:
bǫwwɛrk (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
stutwerk:
stutwerk (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Willem-Sophia]),
uitbouw:
ūsbǫw (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Algemene benaming voor de ondersteuningen als geheel van een ondergrondse ruimte. [N 95, 289; monogr.]
II-5
|
27968 |
ondersteuningen losmaken |
lozen:
lyǝzǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]),
lüften:
løftǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]),
vrijmaken:
vręjmāxǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau III, Emma, Maurits])
|
Ondersteuningen losmaken, A. om beschadigde stijlen en kappen te verwijderen en te vervangen door nieuwe; B. om te voorkomen dat ondersteuningen door de druk op de zijwanden en dak worden beschadigd. In het eerste geval gebruikte men op de Domaniale het woordtype "lüften", in het tweede het woordtype "lozen" (Lochtman pag. 71/181). [monogr.; N 95, 510]
II-5
|
27921 |
ondersteuningen vastslaan |
(het bouwwerk) aanhouwen:
āhǫwǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
(het bouwwerk) aankloppen:
āklǫpǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
(stijlen) aanhouwen:
āhǫwǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
de stijl moet brommen:
dǝr štil mos brǫmǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Eisden]),
de stijl moet muziek maken:
dǝr stil mos ''muzik māxǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Wilhelmina])
|
Ondersteuningen vastslaan. Volgens een respondent uit Q 121 was er aan de hand van het al dan niet goede geluid daarbij controle op de sterkte van de stijl mogelijk. Invullers uit Q 121 en Q 121c merken op dat de stijl in zo''n geval bromde. [N 95, 354; monogr.; N 95, 370]
II-5
|
21148 |
onderstuk van een rijtuig |
onderstel:
ongersjtel (Q121p Kerkrade)
|
het onderstuk van een rijtuig [trein] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21428 |
onderwijzeres |
juffrouw:
juffrouw (Q121p Kerkrade)
|
een vrouwelijke leerkracht aan een lagere school (basisschool) [meesteres, tietepoot, metres, meesterse] [N 90 (1982)]
III-3-1
|