e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
openbare weg steenweg: sjteewèg (Kerkrade) een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)] III-3-1
openbroek met linten boks: boks (Kerkrade) vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] III-1-3
opereren opereren: opperere (Kerkrade) Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)] III-1-2
opgewarmde koffie breuzel: Syst. WBD  breuzel (Kerkrade) Opgewarmde koffie (schuddebol?) [N 16 (1962)] III-2-3
opgooien (tossen) opwerpen: opwerpe (Kerkrade) Het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
opgroeiend jong kipje hennetje: hɛnšǝ (Kerkrade) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
ophaalmachine fördermachine: fø̜rdǝrmašiŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), koepe-machine: kø̜pǝmašiŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), vordermachine: vø̄ǝdǝrmašiŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) De machine waarmee de kooien in de schacht opgehaald en neergelaten worden. [N 95, 81; monogr.] II-5
ophaalmachinist machinist: mašinest (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Emma, Maurits]), vordermachinist: vø̄ǝdǝrmašinest (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), vø̜̄ǝdǝrmašines (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), vø̜ǝdǝrmašǝnes (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De arbeider die de ophaalmachine bedient. [N 95, 134; monogr.] II-5
ophalen optrekken: optrɛkǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Iets uit de ondergrond naar boven halen. [N 95, 611] II-5
ophaler aantrekker: ātrękǝr (Kerkrade) Metalen staaf met een vlakke baan met in het midden een uitholling die over de klinknagel past. De ophaler dient om de rand van het gat van de aaneen te klinken delen vlak te slaan waardoor deze tegen elkaar aan komen te liggen. Zie ook afb. 180a. [N 33, 321; N 64, 74b; N 66, 20b] II-11