22816 |
overdrukplaatje |
aftrekbeeldje:
aaftrek(s)bildsje (Q121p Kerkrade)
|
Plakplaatje.
III-3-2
|
33817 |
overgevoelig paard |
(een) zure:
zūrǝ (Q121p Kerkrade)
|
Paard dat bij het zien van mensen geluiden en bewegingen maakt, maar zonder kwaadaardigheid. [N 8, 94e]
I-9
|
19465 |
overgordijn |
gardijn:
jardiŋ (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
overgardijn:
øvərjardiŋ (Q121p Kerkrade),
store (fr.):
štōr (Q121p Kerkrade),
voorhang:
vy(3)̄rhaŋk (Q121p Kerkrade)
|
gordijn || overgordijn
III-2-1
|
30724 |
overgronden, voorlakken |
overstrijken:
øvǝrštrīxǝ (Q121p Kerkrade)
|
Een tweede grondverflaag aanbrengen op het geschuurde en geplamuurde oppervlak. [N 67, 72c]
II-9
|
20235 |
overgrootmoeder |
overgross-moeder:
uv’verjroeësmodder (Q121p Kerkrade)
|
overgrootmoeder
III-2-2
|
20212 |
overgrootvader |
overgross-vader:
uv’verjroeësvadder (Q121p Kerkrade)
|
overgrootvader
III-2-2
|
18695 |
overhemd |
hemd:
hemme (Q121p Kerkrade),
overhemd:
uvverhemme (Q121p Kerkrade)
|
overhemd || overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17889 |
overhoop halen |
ondereen zetten:
ongeree zetse (Q121p Kerkrade)
|
Overhoop halen (modden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23076 |
overige kegeltermen |
fioorwerpen:
fiejoerwerpe (Q121p Kerkrade),
kandel:
kandel (Q121p Kerkrade)
|
2. Goot langs de kegelbaan. || 2. Kegelspel waarbij bepaalde kegels omgegooid moeten worden.
III-3-2
|
18553 |
overjas (alg.) |
berzieher (du.):
ubertsier (Q121p Kerkrade),
űberzieker (Q121p Kerkrade),
jas:
jas (Q121p Kerkrade),
overrok:
uverrok (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
uvverrok (Q121p Kerkrade),
paletot (fr.):
palletóng (Q121p Kerkrade)
|
herenoverjas; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || overjas || overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)] || paletot, korte overjas
III-1-3
|