21470 |
aangeven, verklikken |
aangeven:
a-jeëve (Q121p Kerkrade),
klaffen:
vgl. Kerkrade Wb. (pag. 139): klafe, kletsen, klikken, roddelen.
klafe (Q121p Kerkrade)
|
een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
27907 |
aanhangkap |
aanhangkap:
āhaŋkap (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
inhangkap:
enhaŋkap (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
koppelkap:
kopǝlkap (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Algemene benaming voor verschillende typen metalen kappen die bij ondersteuning in pijlers toegepast worden. Er bestaan verschillende soorten pijlerkappen, zoals de Haarmannkap, de Gutehoffnungshüttekap en de Van Werschkap. Pijlerkappen kunnen los naast elkaar worden geplaatst, maar ze kunnen ook onderling met elkaar worden verbonden. Daarnaast zijn er kappen die aan de reeds bestaande kunnen worden bevestigd en tegen het dak rusten en dit voorlopig ondersteunen zonder dat er een stijl onder is geplaatst. Dit type kap wordt vooral toegepast in mechanische pijlers waar een stijlenvrij koolfront noodzakelijk is (MBK III pag. 92-93). [N 95, 609; N 95, 363]
II-5
|
19975 |
aanhitsen |
aanheksen:
aa’hekse (Q121p Kerkrade),
ophitsen:
ideosyncr.
ophitse (Q121p Kerkrade)
|
aanhitsen || Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
17926 |
aanhoudend bepoetelen |
handvollen:
haffele (Q121p Kerkrade),
häffele (Q121p Kerkrade),
met handvollen vol:
[ingegeven door vraagstelling?]
mit haffele vol (Q121p Kerkrade)
|
aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18883 |
aanhoudend klagen |
rauwelen:
rauwele (Q121p Kerkrade)
|
aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25243 |
aanhoudend regenen |
regenen:
reëne (Q121p Kerkrade),
⁄t rènt (Q121p Kerkrade)
|
voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21847 |
aanhoudend vragen |
bedelen:
beëdele (Q121p Kerkrade),
zaniken:
zaniekke (Q121p Kerkrade)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
27401 |
aankoppelen |
aanhangen:
āhaŋǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
aankoppelen:
ākopǝlǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia]),
ākǫpǝlǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Maurits])
|
Met behulp van een koppeling mijnwagens aan elkaar vastmaken. [N 95, 679; monogr.; Vwo 7; Vwo 8; Vwo 10; Vwo 11]
II-5
|
23162 |
aanloop |
aanloop:
aaleuf (Q121p Kerkrade)
|
Aanloop.
III-3-2
|
19672 |
aanrecht |
aanrecht:
āriət (Q121p Kerkrade)
|
aanrecht
III-2-1
|