e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aangeven, verklikken aangeven: a-jeëve (Kerkrade), klaffen: vgl. Kerkrade Wb. (pag. 139): klafe, kletsen, klikken, roddelen.  klafe (Kerkrade) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] III-3-1
aanhangkap aanhangkap: āhaŋkap (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), inhangkap: enhaŋkap (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), koppelkap: kopǝlkap (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Algemene benaming voor verschillende typen metalen kappen die bij ondersteuning in pijlers toegepast worden. Er bestaan verschillende soorten pijlerkappen, zoals de Haarmannkap, de Gutehoffnungshüttekap en de Van Werschkap. Pijlerkappen kunnen los naast elkaar worden geplaatst, maar ze kunnen ook onderling met elkaar worden verbonden. Daarnaast zijn er kappen die aan de reeds bestaande kunnen worden bevestigd en tegen het dak rusten en dit voorlopig ondersteunen zonder dat er een stijl onder is geplaatst. Dit type kap wordt vooral toegepast in mechanische pijlers waar een stijlenvrij koolfront noodzakelijk is (MBK III pag. 92-93). [N 95, 609; N 95, 363] II-5
aanhitsen aanheksen: aa’hekse (Kerkrade), ophitsen: ideosyncr.  ophitse (Kerkrade) aanhitsen || Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)] III-2-1
aanhoudend bepoetelen handvollen: haffele (Kerkrade), häffele (Kerkrade), met handvollen vol: [ingegeven door vraagstelling?]  mit haffele vol (Kerkrade) aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)] III-1-2
aanhoudend klagen rauwelen: rauwele (Kerkrade) aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)] III-1-4
aanhoudend regenen regenen: reëne (Kerkrade), ⁄t rènt (Kerkrade) voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)] III-4-4
aanhoudend vragen bedelen: beëdele (Kerkrade), zaniken: zaniekke (Kerkrade) aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)] III-3-1
aankoppelen aanhangen: āhaŋǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), aankoppelen: ākopǝlǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Willem-Sophia]), ākǫpǝlǝ (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]) Met behulp van een koppeling mijnwagens aan elkaar vastmaken. [N 95, 679; monogr.; Vwo 7; Vwo 8; Vwo 10; Vwo 11] II-5
aanloop aanloop: aaleuf (Kerkrade) Aanloop. III-3-2
aanrecht aanrecht: āriət (Kerkrade) aanrecht III-2-1