e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schrijftafel, bureau bureau: børoͅ (Kerkrade) schrijftafel III-2-1
schrijven malen: met penseel  moale (Kerkrade), schrammen: met krijt  sjröame (Kerkrade), schrijven: sjrieve (Kerkrade, ... ), met pen  sjrieve (Kerkrade), tekenen: met potlood  tseechene (Kerkrade) Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)] III-3-1
schrikachtig schuw: šø̜i̯ (Kerkrade) Gezegd van schichtige, schuwe paarden, die angst hebben voor plotselinge geluiden en bewegingen. Zij slaan dan eventueel op hol, zodat zij streng aan de lijn gehouden dienen te worden. [JG 1a; N 8, 64j en 64k] I-9
schrikkeljaar schaltjahr (du.): sjaltjoar (Kerkrade) Schrikkeljaar. III-3-2
schrikken schrikken: sjrek’ke (Kerkrade), verschrikken: versjrekke (Kerkrade), zich verschrikken: versjrek’ke, ziech (Kerkrade) door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] || schrikken III-1-4
schrobben schrobben: sjroebe (Kerkrade), šrubə (Kerkrade) schrobben [DC 15 (1947)] || schrobben, dweilen III-2-1
schrobbezem schrobber: sjrüber (Kerkrade), šrybər (Kerkrade, ... ), schrobborstel: šrup˂bøštəl (Kerkrade) bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] || luiwagen || schrobber || schrobborstel III-2-1
schrobzaag, sleutelgatzaag schrobzeeg: šrup˲zē̜ǝx (Kerkrade) Handzaag met een smal, spits toelopend blad, die wordt gebruikt om midden in hout en langs gebogen lijnen te zagen. Soms wordt er voor het zagen van sleutelgaten een andere zaag van een vergelijkbaar type gebruikt, kleiner en met een ander handvat. Die wordt ook wel met de term ɛsleutelgatzaagɛ aangeduid. Zie ook afb. 13.' [N 53, 4-5; N G, 23c; monogr.; N 33, 330] II-12
schroefdraad gewinde: jǝwen (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), jǝweŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale] ), schroefdraad: šrufdroǝt (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Julia]) [N 95, 749]De spiraalvormige verhevenheid of uitsnijding aan een moer of in een bout, het resultaat van het draadsnijden en draadtappen. [N 33, 304 add.; monogr.] II-11, II-5
schroevedraaier schroeve(n)draaier: šruvǝdriǝnǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), šrūvǝdrīǝnǝr (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), schroeve(n)zieher: šruvǝtsijǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), šruvǝtsiǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) [N 95, 748] II-5