e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slaghoedje van veiligheidslamp knalhoedje: knalhøtšǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]) Naast vuursteentjes gebruikte men vroeger ook slaghoedjes voor het aansteken van de veiligheidslamp. [monogr.] II-5
slagroom sahne (d.): za’ne (Kerkrade) slagroom III-2-3
slagstempel slagcijfer: šlāxtsifǝr (Kerkrade  [(mv -tsifǝrǝ)]  ), slagletter: šlāxlętǝr (Kerkrade  [(mv -lętǝrǝ)]  ) Stalen staafje van ongeveer 10 cm lengte met aan de onderzijde een cijfer of letter. De slagstempel wordt gebruikt om opschriften of cijfers in metalen voorwerpen te slaan. [N 33, 268a-b] II-11
slak slak: sjlek (Kerkrade), šleͅk (Kerkrade) slak [DC 17 (1949)] || slak, alg. [ZND A1 (1940sq)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuisje: sjlekkehuusje (Kerkrade) slakkenhuis [DC 17 (1949)] III-4-2
slang slang: sjlang (Kerkrade), ideosyncr.  sjlang (Kerkrade) Hoe noemt u het dier met een langgerekt, rolrond, door schubben bedekt lichaam zonder ledematen; het beweegt zich voort door zijn lichaam te krommen (slang, serpent) [N 83 (1981)] || slang III-4-2
slangetje nonnenvots: Syst. WBD  nònne-vōts (Kerkrade), s-platsje: es-plätsgere (Kerkrade), strik: Syst. WBD  sjtrik (Kerkrade) Slag- of s-vormige gebakjes (slengskes, esse?) [N 16 (1962)] || Slang- of s-vormige gebakjes (slengskes, esse?) [N 16 (1962)] III-2-3
slangwaterpas sluikwaag: šlūxwǫax (Kerkrade) Instrument om te onderzoeken of iets horizontaal ligt of overal even hoog is, bestaande uit twee glazen buisjes die onderling verbonden zijn met een slang. De waterpas is gevuld met een vloeistof en werkt volgens het principe van de communicerende vaten. [monogr.; N 30, 12a add.] II-9
slank slank: sjlank (Kerkrade) Slank, tenger: rank, smal gebouwd (slank, raal, reel, rank, riede). [N 84 (1981)] III-1-1
slaperig moe: mui (Kerkrade) Slaperig: geneigd zijn tot slapen (slaperig, dommelig, dwaas, vaakluis). [N 84 (1981)] III-1-2