e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoffen pantoffel slob: schloebe (Kerkrade), slof: sjloeffe (Kerkrade) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stofgrendel, stofbarriere steenstofgrendel: steenstofgrendel (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]), steenstofvloertje: steenstofvloertje (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]), steenstubgrendel: štēštøpjrɛndǝl (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Eisden]), steenstubvloertje: štēštøpvlyǝršǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Laura, Julia]), stubbeun: štøpbȳn (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een aantal omklapbare planken, bevestigd aan de kappen van de ondersteuning van een mijngang, waarop een hoeveelheid steenstof of mergelstof is aangebracht. In geval van een mijngas- of kolenstofontploffīng worden de steenstofgrendels door de luchtdruk omvergeworpen en het steenstof, dat dan naar beneden valt en opdwarrelt, vormt een stof gordijn waarin de steekvlam, die achter de luchtdruk aankomt, wordt verstikt. [N 95, 238; N 95, 239; monogr.] II-5
stofkwast kwispeltje: kwespǝlšǝ (Kerkrade) Handvegertje om het te schilderen oppervlak stofvrij te maken. [N 67, 43b] II-9
stofmasker stubmaske: štøpmaskǝ (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]), stubmasker: štøpmaskǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]) Masker dat tegen stof beschermt. Als men de stofmaskers op de voorgeschreven wijze gebruikte, boden ze afdoende bescherming. Er werd naar gestreefd maskers aan te schaffen die de hoogst mogelijke bescherming boden en daarbij de gebruikers toch zo weinig mogelijk last bezorgden (MBK IV pag. 48). Volgens Lochtman (pag. 43) zijn stofmaskers geschikt voor het personeel van mechanische pijlers, maar voor lichamelijk hardwerkende mensen zijn ze dat niet. [N 95, 774] II-5
stofontploffing kolenstubexplosion: koǝlǝštøpɛksplōziuǝn (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), vuurslag: vy.ǝršlāx (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Explosie van een mengsel van kolenstof en lucht. De invuller uit Q 15 merkt op dat een kolenstofexplosie niet spontaan gebeurde, maar werd veroorzaakt of veroorzaakt kon worden door een voorafgaande ontploffing, hetzij een mijngasontploffing, hetzij een niet goed uitgevoerde ontploffing van springstof of dynamiet. [N 95, 233] II-5
stofvrij droog droog: dryǝx (Kerkrade) Gezegd van een verflaag die zover gedroogd is dat stof zich er niet meer aan hecht. [N 67, 74c] II-9
stok of twijg om een kind te straffen vits: viets (Kerkrade) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] III-2-2
stokerschop stokerschup: štø̜xǝršøp (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), stokerschupje: štø̜ǝxǝršøpjǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]) Speciaal soort schop die in Q 121 op de Domaniale mijn in onderbandpijlers en in dunne lagen werd gebruikt. [N 95, 760 add.; monogr.] II-5
stokroos stokroos: idiosyncr.  sjtokroeës (Kerkrade) stokroos (althea rosea L.) [N 92 (1982)] III-2-1
stokschoten afdekkeren: āfdɛkǝrǝ (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Julia]), afdekkers: āfdękǝš (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]), bovenzolen: boǝvǝzoǝlǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), stokschoten: štǫkšø̜s (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), zolen: zoǝlǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), zoolschoten: zoǝlšø̜̄s (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Eisden]) De schoten die in de stok, het gesteente onder de koollaag, worden aangebracht. Zij bestaan uit de het dichtst bij de vloer gelegen "vloerschoten" en de daarboven gelegen "afdekkers" (MBK II pag. 81). Het woordtype "afdekker" en de daarbij behorende dialectvarianten (Q 112a, Q 113, Q 117a, Q 121c) zijn meervoud. Zie ook het lemma Achterblijvers, Achtergebleven Schoten. [N 95, 435; N 95, 433; monogr.] II-5