20892 |
tabakszak |
toebaksbuil:
toeë’baksbül (Q121p Kerkrade)
|
tabaksbuil
III-2-3
|
19667 |
tafel |
dis:
dusch (Q121p Kerkrade),
dusj (Q121p Kerkrade),
døš (Q121p Kerkrade)
|
tafel
III-2-1
|
23711 |
tafelgebed |
maaltijdbede:
moaltsiet beëne (Q121p Kerkrade)
|
Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19764 |
tafelkleed |
dissprei:
døššpreͅi̯ (Q121p Kerkrade)
|
tafelkleed
III-2-1
|
19776 |
tafellaken |
disdecke:
døš˂dɛkə (Q121p Kerkrade)
|
tafellaken
III-2-1
|
19530 |
tafelmes |
tafelmets:
toafelmets (Q121p Kerkrade)
|
mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
24494 |
tak (alg.) |
ast (du.):
aas (Q121p Kerkrade),
ast (Q121p Kerkrade),
berkentak (mv.):
berkenrak
birketek mv (Q121p Kerkrade),
tak:
tak (Q121p Kerkrade),
tek (Q121p Kerkrade),
tek mv (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
(jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || dikke tak [DC 25 (1954)] || tak
III-4-3
|
20476 |
tak van een geslacht |
zij:
zie (Q121p Kerkrade)
|
de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
28164 |
takel |
flessentog:
flęšǝtsox (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kettentog:
kętǝtsox (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Laura, Julia]),
kɛtǝtsox (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia]),
ruckzuck:
ruktsuk (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
sylvester:
selvɛstǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Zwartberg, Waterschei]),
takel:
tākǝl (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Emma, Maurits]),
zeeltog:
zēltsǫx (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Werktuig waarmee zware voorwerpen kunnen worden opgehesen. De "palan" uit L 417 is een eenvoudige katrol terwijl de "mouflage" een takel met kabel en verschillende draaipunten is die onder meer wordt gebruikt om pantsers op te trekken. De "ruckzuck" (Q 121, Q 121c) en de "racagnac" (L 417) zijn een type takel waarbij het hijsen met behulp van een hefboom gebeurt. De "racagnac" wordt vooral toegepast om stutten op te trekken. De "zeeltog" en de "kettentog" zijn volgens een invuller uit Q 121 te vergelijken met takels die op schepen worden gebruikt. Het feit dat de invullers uit Q 121, L 417 en L 422 op de vraag naar de takel het woordtype "sylvester" hebben opgegeven, duidt erop dat de stijlentrekker ook voor takelwerkzaamheden wordt gebruikt (zie ook het lemma Stijlentrekker). [N 95A, 12; N 95, 760 add.; monogr.; N 95, 592]
II-5
|
24727 |
takken (coll.) |
kroon:
ideosyncr.
kroeën (Q121p Kerkrade)
|
Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)]
III-4-3
|