e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
transporteurmotor aandrijf: andrif (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Zwartberg, Waterschei]), transporteurmotor: transpǫrtø̄rmōtǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]) De motor van een kettingtransporteur. De opgaven "gustomotor" en "beienmotor" uit Q 21 duiden de motor van de transporteurs van respektievelijk de fabrieken Gusto en Beien aan. [N 95, 605b] II-5
transportgoot schüttelplaat: šytǝlplāt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) IJzeren plaat van ongeveer 1 meter lengte die aan de zijkanten omgebogen is. De bak is onderdeel van de schudgoot en wordt samen met de andere platen van de schudgoot door een motor opgeheven. Door de zwaartekracht, een andere motor, of een tegencilinder wordt de opgeheven bak in zijn oorspronkelijke toestand teruggebracht. Aldus ontstaat een schuddende beweging. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Schudgoot. [monogr.; N 95, 612; Vwo 76; Vwo 343] II-5
trant gang: jank (Kerkrade) gang: Wijze van gaan (gang, trant). [N 84 (1981)] III-1-2
trapleer trapledder: trapledder (Kerkrade) trapleer [DC 39 (1965)] III-2-1
trapleuning trappen-gelènder: trapəjəlɛndər (Kerkrade) trapleuning III-2-1
traploper trappenloper: trapəlø&#x0304fər (Kerkrade) traploper III-2-1
trappelen trampelen: trampele (Kerkrade) Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen). [N 84 (1981)] III-1-2
trappelende bewegingen maken trampelen: trampǝlǝ (Kerkrade) Het paard tilt de poten hoog genoeg op, maar werpt ze niet vooruit; het blijft ter plaatse trappelen. [N 8, 70b en 71] I-9
trappenhuis trappengang: trapəjaŋk (Kerkrade) trappenhuis III-2-1
trede trede: tret (Kerkrade) Elk van de horizontale, schuin boven elkaar gelegen delen van een trap. Bij een eenvoudige trap bevindt zich tussen de treden een open ruimte, bij andere trappen een verticaal stootbord. De treden worden van voren rond of geprofileerd bewerkt en hebben doorgaans een dikte van 28 tot 45 mm. Zie ook afb. 68. [N 55, 104a; N 79, 15; monogr.] II-9