e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
urine pis: pis (Kerkrade), water: wasser (Kerkrade, ... ), zeik: zeek (Kerkrade) urine [N 10c (1995)] III-1-1
urineren de aardappels afschudden: de eëpel aafsjudde (Kerkrade), gorzen: joesje (Kerkrade), pissen: pisse (Kerkrade, ... ), zeiken: zeke (Kerkrade), zèke (Kerkrade) urineren [N 10c (1995)] III-1-1
vaandel vaan: vaan (Kerkrade, ... ) De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)] || Vlag. III-3-2
vaandeldrager vanendrager: vanedreejer (Kerkrade), vanedreëjer (Kerkrade) Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)] || Vaandeldrager. III-3-2
vaars rind: reŋk (Kerkrade), vaars: vēǝš (Kerkrade), vɛǝš (Kerkrade) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek potdoek: poͅt˂dox (Kerkrade), schotelsplag: šotəlsplak (Kerkrade, ... ), spoeldoek: špø&#x0304ldox (Kerkrade) vaatdoek III-2-1
vademen (de/een) naald(e) invamen: eŋ nǫlt e(n)vē̜.mǝ (Kerkrade), (de/een) naald(e) vamen: eŋ nǫlt vē̜.mǝ (Kerkrade), in de/een naald(e) doen: en dǝ nǫlt duǝ (Kerkrade) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader pap: pap (Kerkrade, ... ), papa: pappa (Kerkrade, ... ), vader: vadder (Kerkrade, ... ), vad’der (Kerkrade) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] III-2-2
vagebond zigeuner: tsi-jeuner (Kerkrade) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
vagevuur vagevuur: veëjevuur (Kerkrade) Het vagevuur [vèègvuur, veëjevuur]. [N 96D (1989)] III-3-3