e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdenken / verdenking? onderen: vgl. Kerkrade Wb. (pag. 192): óngere, vermoeden.  ondere (Kerkrade) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdienen verdienen: verdene (Kerkrade) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1
verdieping gesetz: jǝzɛts (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Eisden]), stock (d.): štoͅk (Kerkrade), verdieping: verdieping (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Julia]), zool: zoǝl (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]) Indien men met de schacht(en) tot een bepaalde diepte in het carboongesteente is doorgedrongen, wordt vanuit de schacht een aantal nagenoeg horizontale gangen gedreven. Door deze gangen worden de koollagen in het mijnveld ontsloten. Het uiteindelijke netwerk van deze gangen vormt de verdieping. Een invuller uit Q 121 maakt voor de Domaniale mijn een onderscheid tussen een verdieping bij een hoofdschacht en een verdieping bij een tussenschacht. De eerstgenoemde verdieping noemt hij een "zool" terwijl de verdieping van een tussenschacht volgens hem als een "gesetz" wordt betiteld. De zegsman uit L 286 merkt voor de mijn in Eisden op dat men daar de verdiepingen voorziet van een nummer, bijvoorbeeld "zeshonderd". [N 95, 381; N 95, 174; monogr.] || verdieping II-5, III-2-1
verdiept werk terugliggend werk: tsǝrøkleqǝnt węrǝk (Kerkrade), verdiept: vǝrdēpt (Kerkrade) Ten opzichte van de metselstenen dieper liggend voegwerk. [N 32, 34b; monogr; N 32, 29d.] II-9
verdord kapot: ideosyncr.  kapot (Kerkrade) Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)] III-4-3
verdoven beteuben: bǝtø̄bǝn (Kerkrade), schieten: šētǝn (Kerkrade), slaan: šlǭn (Kerkrade), voor de bulles houwen: vyr dǝr bølǝs hǭwǝ (Kerkrade), voor de kop slaan: vyr dǝr kop šlǭ (Kerkrade) Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.] II-1
verdriet; verdriet doen down (eng.): daun (Kerkrade) een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)] III-1-4
verdwenen verschwunden (du.): versjwoende (Kerkrade) Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] III-1-2
vereniging die de processiepaaltjes plaatst jnglingsverein (du.): jüngliengsverain (Kerkrade) De vereniging of groep die de dag voor de processie de paaltjes (met de processievaantjes) en de rustaltaren plaatst. [N 96C (1989)] III-3-3
verf verf: vɛrǝf (Kerkrade) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9