e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verfspuit mondspritsje: moŋkšpritsjǝ (Kerkrade), verfsprits: vɛrǝfšprits (Kerkrade) Toestel waarmee verf als nevel op het te verven oppervlak wordt gespoten. Zie ook afb. 94. Het woordtype 'mondspritsje' werd in Q 121 gebruikt voor een mondspuitje, een glazen potje vanwaaruit de verf met de mond op het te schilderen voorwerp gespoten werd. Het werktuig werd gebruikt om op wanden met behulp van een sjabloon een motief aan te brengen. [N 67, 51; monogr.; div.] II-9
verfzeef, zeefdoek lommel voor te ziften: lumǝl vȳr tsǝ zeftǝ (Kerkrade) De zeef of het doek waarmee velletjes en grove korrels uit de bereide verf gezeefd kunnen worden. De verfzeef bestaat gewoonlijk uit een trechter met afneembaar onderstuk, waardoor men de zeef, die uit fijn neteldoek is vervaardigd, kan verwisselen. [N 67, 27d] II-9
vergaderen verzamelen: I Kirchroa is - ing krankheet.  verzammele (Kerkrade) vergaderen III-3-1
vergadering verzameling: verzammeloeng (Kerkrade) ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)] III-3-1
vergaderruimte vergaderlokaal: vergaderlokaal (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Emma]), versammlungszimmer: vǝrzamǝluŋstsemǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) [N 95, 29] II-5
vergeetachtig vergeetlijk: verjèsliech (Kerkrade), verjès’lieg (Kerkrade) vergeetachtig || zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
vergiet zij: zei (Kerkrade, ... ), zeͅi̯ (Kerkrade), zijschotel: zeͅi̯šotəl (Kerkrade, ... ) vergiet || Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)] || zeef III-2-1
vergiftigen vergiftigen: verjiftieje (Kerkrade) Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)] III-1-2
vergulden vergulden met bladgoud: vǝrjøldǝ met˱ blatjōt (Kerkrade) Het bedekken van een oppervlak met een goudlaagje uit bladgoud of goudpoeder. [N 67, 81a] II-9
vergulden achter glas vergulden met bladgoud: vǝrjøldǝ met˱ blatjōt (Kerkrade) Met behulp van een goudlaagje aan de achterzijde van een glasruit een versiering aanbrengen. Daartoe wordt eerst met behulp van pauswerk de afbeelding op de niet te vergulden buitenzijde van de ruit opgebracht. Vervolgens wordt de omtrek van het doorgestuifde aan de binnenkant met een fijn biesje zwarte verf nagetrokken. Als kleefstof voor het bladgoud wordt blanke gelatine of vislijm gebruikt. Nadat het verguldsel is bevestigd, wordt er als bescherming tegen beschadigingen een verflaag over aangebracht. [N 67, 81c] II-9